Er moet een droom zijn om tot iets nieuws te komen. Een droom houdt in dat je inschatting maakt van het tijdsgewricht en daar een nieuwe invulling aangeeft. Je had alle bewoners van Nederland kunnen enquêteren, maar dat had geen programma voor de GSM, de touchscreen of iets anders opgeleverd. Het gaat niet om koplopers of mensen die een voorsprong hebben, maar om mensen die ergens in geloven. Als maatschappij moet je daar zuinig op zijn, omdat ze in staat zijn de Olympische Limiet te doorbreken. Ja maar, bestaat hierbij niet. En natuurlijk kan iets mislukken, maar dat is een onderdeel van het spel.
Deze gedachte kwam bij me op na een inspirerend gesprek met een kennis. Dit gevoel werd nog eens bevestigd door terug te kijken naar belangrijke verschuivingen in de bouw in de afgelopen 100 à 150 jaar. En dan heb ik het niet over nieuwe materialen en grote overspanningen, maar over doorslaggevende veranderingen. Voor mij gelden drie cruciale wijzigingen:
- Arts-and-craftsbeweging. In 1884 werd de Art Workers Guild opgericht, die in 1888 veranderde van naam: Arts and Crafts Exhibition Society. Het was deels een reactie op de industriële revolutie en de afschuw van de goedkope, lelijke en vaak inferieure massaproduct. Het vermenselijken van de maatschappij, wat uiteindelijk geresulteerd heeft in de tuindorpen/steden en in een individueel ontwerp, wat ook gewaardeerd werd.
- Het Bauhaus (1919-1932). Bauhaus poogde aan de nieuwe opkomende industrie vorm te geven en een antwoord te geven op de ‘grote’ woningvraag. Massaproductie werd daardoor omarmd en gaf richting aan de nieuwe vormgeving van producten, gebouwen en wijken. De combinatie van onderzoek en ontwerp vormde mede de richtsnoer. Hiermee is de basis gelegd voor de latere massawoningbouw.
- Stichting Architecten Research (1964-1990). Het hoofdonderwerp is de massawoningbouw, waarbij participatie van de bewoners een centrale rol vervulde. Om dit te bewerkstelligen werd een ontwerpmethodiek ontwikkeld, waarbij modulair systeem mede het sleutelwoord was om de keuze een plaats te geven.
Op dit moment worstelen we met keuzemogelijkheid voor bewoners, duurzaamheid/energie in verband met milieu en betaalbaarheid en vervangbaarheid in relatie tot onderhoud(skosten) en dromen we over een ‘nieuwe’ praktijk. Dit geldt in het bijzonder voor de bestaande woningbouw. Mede in dit licht komt een nieuwe kijk op industrialisatie, digitalisering en ruimte voor individualiteit (serie van één) om de hoek kijken. Of is het slechts een stip op de horizon? Misschien zeggen we over veertig jaar; ‘Het waren dromers, maar de werkelijkheid is een stuk dichterbij deze droom gekomen’. Wees daarom zuinig op onze dromers. Doen we dit niet, dan verandert er nooit iets in de bouw.