Kristel Hermans
Bouwtechniek & Architectuur (duaal), eindejaars
Technische Universiteit Eindhoven
Veel boerderijen verliezen hun agrarische functie. Niet zelden komen ze leeg te staan en verloederen ze. Wanneer sprake is van een monumentale boerderij, is waarschijnlijk iedereen het er over eens dat de verloedering moet worden tegengegaan en dat moet worden herbestemd met respect voor de authentieke details. Maar wat als een niet-monumentale boerderij leeg komt te staan? Veel boerderijen worden uiteindelijk toch gesloopt; een gemiste kans…
Niet-monumentale boerderijen tonen de dynamiek van het platteland; ze zijn altijd aan verandering onderhevig geweest en laten juist de huidige tijdsgeest van de plek tot uiting komen. Deze gebouwen zijn dus uitermate geschikt om een volgende stap in hun ontwikkeling te maken en het gebied gereed te maken voor de toekomst, zonder de binding met het nu en met de plek te verliezen.Bij niet-monumentale boerderijen ontbreekt een waardebepaling, daarom is een onderzoeksmethode ontwikkeld om de kenmerken, kwaliteiten en knelpunten aan het licht te brengen, onafhankelijk van de boerderijtypologie en de toekomstige functie. In het onderzoek wordt ingegaan op de omgeving, de geschiedenis en de huidige staat van de boerderij. De met deze methode verkregen informatie stelt een ontwerper in staat om bewuste, onderbouwde ontwerpkeuzes te maken. Toch is iedere uitwerking uniek, vanwege diezelfde boerderijtypologie en toekomstige functie.
Door een case study te doen, is aangetoond hoe de resultaten van het onderzoek kunnen worden ingezet in het ontwerpproces. Als case study is een leegstaande, niet-monumentale langgevelboerderij in Noord-Brabant genomen, de Hulsthoeve. De boerderij is in eigendom van A. van Liempd, directeur van een sloopbedrijf. Ze slopen niet, ze delven nieuwe grondstoffen en bouwden daar tot nu toe meubels en kleine vakantiegebouwtjes mee. Met de herbestemming van de Hulsthoeve wordt de volgende stap gemaakt in de ontwikkeling van het hergebruik van sloopmaterialen door het toepassen van meerdere soorten materialen en het toepassen op grotere schaal in combinatie met bestaande bouwdelen.Uit het onderzoek is gebleken welke delen van het gebouw behoudenswaardig zijn. De rest wordt gesloopt en er komt een nieuwe toevoeging voor in de plaats. De toevoeging zorgt ervoor dat het gebouw constructief, bouwfysisch en bouwtechnisch gezien weer geschikt wordt voor de toekomst en wordt gerealiseerd met sloopmaterialen. Er ontstaat een gelaagd ontwerp waarin oud en ‘nieuw’ op subtiele wijze samen gaan en een extra dimensie geven aan de beleving van het gebouw, als ook de relatie met de omgeving versterken door de kwaliteiten van de omgeving beter beleefbaar te maken.Bouwen met materialen die afkomstig zijn uit sloopprojecten vraagt om een andere aanpak dan het bouwen met nieuwe materialen. Deze aanpak is volledig geïntegreerd in zowel het ontwerp als de bouwmethode en detaillering. Daarmee is de herbestemming van de Hulsthoeve hopelijk een inspiratiebron voor het herbestemmen van (niet-monumentale) boerderijen en het hergebruik van materialen die tot nu toe nog te veel als afval worden gezien.
Een Reactie op “Nominatie Hollands-Ontwerp Award 2014: ‘HERBESTEMMING HULSTHOEVE; EEN DUURZAME BELEVING IN VELE OPZICHTEN’”