Door Yuri van Bergen en Johan Lemmens
De gevelpan is de bekendste afwerking voor de topgevel bij hellende daken sinds de jaren 60. Door een toename van isolerende materialen op daken zijn de afgelopen jaren vele oplossingen bedacht voor het (her)aansluiten van de gevelpan op de gevel.
Deze invulling kreeg een sterk technisch en pragmatisch karakter door het gebruik van werkbare materialen als hout of cement. Later zijn materialen als kunststof en gecoat staal toegepast om het onderhoud te verminderen. Beide oplossingen hebben geen grote bijdrage kunnen leveren aan de eenheid en duurzaamheid(2) van dit detail.
In samenwerking met Weijers Eikhout (dienstverlener) en Koramic (producent) startte bhg architecten en adviseurs (vormgever) de ontwikkeling van een keramisch hulpstuk voor het afwerken van de topgevel bij het na-isoleren op bestaande daken. Met uitgangspunten als mooi, nuttig en degelijk is een pan ontwikkeld die aansluit bij het bestaande en ruimte biedt voor flexibiliteit. Het delen van kennis en expertise leidde tot het in productie nemen van de sluitpan ‘type JL’, genoemd naar zijn bedenker.
Twee labels vooruit met het dak
De maatschappelijke vraag en overvloed aan producten hebben het isoleren van daken verheven tot een dagelijkse standaard. Wie vandaag een wasmachine of nieuwe woning koopt, verwacht minimaal energielabel A. Ook in de sociale woningbouw heeft het energielabel zijn positie ingenomen. Daar is de hoogte van het label zelfs gekoppeld aan de hoogte van de huur. Voor de eigenaar/bewoners is verlaging van de woonlasten vaak de reden voor het extra isoleren, terwijl beheerders (woningcorporaties) bezig zijn met maatschappelijke doelstelling en huurbeleid. Hoewel de maatregel voor beide partijen gelijk is, het isoleren van een dak, ligt dit in de praktijk iets gecompliceerder. Het beste zie je dat in de particuliere sector, waar eigenaar/bewoners de doe-het-zelf markt gebruiken om de binnenzijde van het dak te isoleren. Tegen een gunstige prijs-kwaliteit verhouding is het voor de eigenaar/bewoners mogelijk geworden hun woning aan te passen aan het gewenste comfort op zolder. Beheerders gebruiken hiervoor veelal duurdere oplossingen om (naast het verbeteren van comfort) te voldoen aan waarden als toegevoegde kwaliteit, duurzaamheid en beperking van overlast.
Beperken van overlast
Bij renovatie speelt de mate van overlast een dominante rol. Waar tot begin twintigste eeuw seriematigheid leidde tot een optimale productiestroom, wint vraaggestuurd onderhoud steeds meer aan populariteit. De huurder is een klant geworden die eisen stelt aan service en kwaliteit. Hierdoor zijn (groot) onderhoud werkzaamheden, zoals het na-isoleren van daken, verbannen naar buiten de woning. Waar in het verleden de zolderafwerking uniform en sober werd uitgevoerd, hebben bewoners met behulp van de doe-het-zelf markt de ruimte aangepast aan hun eigen wensen. Door daken vanaf de buitenkant te isoleren, blijft de overlast binnen de woning zeer beperkt. Zolders hoeven niet leeg, eigen voorzieningen blijven intact en de kans op beschadigen is nihil.
Geleid door technocraten
Het isoleren van daken kent oneindig veel systemen, producten en merken die allen voldoen aan de gewenste prestaties. Voor het bestaande dak zijn deze oplossingen in te delen naar vijf concepten:
- Isoleren van de zoldervloer: isolatiemateriaal aanbrengen op de bestaande zoldervloer. De zolderruimte heeft hierbij geen gebruiksfunctie en dient enkel als toegang voor onderhoud.
- Isoleren tegen dakbeschot zonder afwerking: isolatiemateriaal aanbrengen tussen de dakconstructie of tegen het dakbeschot zonder afwerking. Hierbij is de zolderruimte toegankelijk door een vlizotrap voor het opslaan van goederen.
- Isoleren tegen dakbeschot voorzien van afwerking: isolatiemateriaal voorzien van een (harde) afweking. Hierdoor kun je de zolderruimte gebruiken voor slapen of hobby.
- Isoleren op het bestaande dakbeschot: bestaande dakafwerking verwijderen en een isolatiemateriaal aanbrengen op het bestaande dakbeschot. De bestaande functie van de zolderruimte wordt gehandhaafd.
- Vernieuwen van het dakbeschot: bestaande dakafwerking en dakbeschot verwijderen, isolerende dakelementen daarvoor terugplaatsen. Vaak wordt deze maatregel uitgevoerd in combinatie met het bewoonbaar maken van de zolderruimte (vaste trap en dakopeningen) of grootschalige renovaties.
Door op het bestaande dakbeschot te isoleren, vinden alle werkzaamheden nagenoeg aan de buitenkant plaats. Een ander voordeel is dat je gebruik kunt maken van de bestaande aansluiting dak-gevel, met de mogelijkheid de kwaliteit van deze aansluiting te verbeteren. De uitdaging ligt hier (verhogen van de noklijn, weigeraars en spijtoptanten buiten beschouwing gelaten) bij het (her)aansluiten van de topgevel en dakvoet.
De verhoging van het dakpakket heeft grote gevolgen voor de afvoer van het regenwater en de aansluiting van het dak op het metselwerk ter plaatse van de kopgevel. De dakgoot kan worden aangepast wat relatief veel kost. Bij de dakrand ligt het ingewikkelder. De keuze bestaat uit aanvullen metselwerk, als de passende steen te vinden is, of de toepassing van een passtuk. De oplossing voor de dakrand blijkt een voedingsbodem te zijn voor ‘technisch hoogwaardige’ systemen met weinig oog voor schoonheid. Gebukt onder beschikbare middelen (producten en budget) wordt het hoogteverschil vaak overbrugd door een kunststof beplating aan de topgevel en een knikpan aan de dakvoet.
Standaardisatie en design
Veel vormen van standaardisatie zijn technisch bepaald en economisch gemotiveerd. Ondertussen krijgen onderdelen als vormgeving en functionaliteit steeds meer aandacht in de bestaande bouw. Mede door de opkomst van stromingen als levensduurdenken(2), cradle to cradle en ecobalance is het ontwerpvraagstuk complexer geworden. Bij de ontwikkeling van bouwproducten staan, om in de begrippen van Vitruvius te spreken, Venustas (uiterlijk), Utilitas (bruikbaarheid) en Firmitas (degelijkheid)(3) meer en meer centraal.
De sluitpan ‘type JL’ zorgt in eerste instantie voor een mooiere aansluiting. Door gebruik van dezelfde grondstof ontstaat een eenheid van materialen.
Door zijn afmetingen (≈ 33×16 cm) is het een bruikbaar hulpstuk voor het werken op hoogte. En door de vooraf aangebrachte openingen eenvoudig en flexibel te monteren. Voor een groot onderhoud of renovatie plan worden systemen en producten toegepast die passen binnen een levensduur van ongeveer 25 á 30 jaar. Gezien de lange levensduur is het streven de warmteweerstand van het dak zo goed mogelijk te verbeteren (Rc-waarde groter dan 3,0). Door toepassing van hoogwaardig isolatiemateriaal is met een pakket van 50mm te voldoen aan de minimale wettelijke eisen. Iets extra’s is gezien de toekomst wenselijk en dan komt een isolatiepakket van 65mm eerder in aanmerking.
Doordat de dakrandafwerking van hetzelfde materiaal is gemaakt als de dakafwerking, is voor beide producten de verwachte levensduur 75 jaar. Buiten het inspecteren, reinigen en incidenteel vervangen biedt de afstemming van het detail gevelpan – hulpstuk – gevel een degelijke oplossing voor langere tijd ten opzichte van het bestaande aanbod.
Component dak
Het afstemmen van productspecificaties en borgen van prestaties zal de productontwikkeling in een versnelling brengen. Waar in het verleden de prestaties van één enkel product de besluitvorming leek te bepalen, laten opdrachtgevers het denken in prestaties meer en meer toe.
Door het (modulair) afstemmen van producten en systemen ontstaat een nieuw aanbod waarin de vraag van de klant centraal komt te staan. Voor de komende jaren moeten hier, meer dan ooit tevoren, de partijen over bestaande grenzen heen kijken. Door het ontwikkelen van prototypen zal deze conservatieve sector overtuigd moeten worden van het belang van innoveren. En langzaam de overstap maken van een vraagmarkt naar een aanbiedermarkt. Voor het component dak biedt de volgende ontwikkeling zich al aan, de dakvoet…
Bronnen
- ‘Norm=Vorm, over standaardisatie en design’, Timo de Rijk, Den Haag 2010
- ‘Levensduur van de woning is 120 jaar’. Haico van Nunen, kennisbank Bestaandewoningbouw.nl, 10 januari 2008
- ‘De eenvoud van duurzaamheid‘, Martin Liebregts en Haico van Nunen, kennisbank Bestaandewoningbouw.nl, 16 maart 2010
Een Reactie op “‘Quite presentable’ en ‘No cleaning’(1)”