De woningbouw staat voor een gigantische opgave. De huidige voorraad moet de komende decennia aangepast worden aan de eisen van de eenentwintigste eeuw. Over vijftig jaar zal de woningbouw in Nederland voor een groot deel bestaan uit de huidige zeven miljoen woningen in een aangepaste versie.
Een groot probleem op termijn zal de beschikbare arbeidscapaciteit voor de totale woningbouw zijn. De verwachting is dat nieuwbouw de komende twintig jaar op het huidige peil blijft. Een deel (55 procent) is voor uitbreiding en het resterende deel voor vervanging. De toename van onderhoud en renovatie leidt bij de huidige wijze van productspecifiek produceren tot twee essentiële problemen:
- Een ongunstige kosten-/kwaliteitsverhouding (te duur in relatie tot nieuwbouw);
- Een te groot beslag op de beschikbare arbeidscapaciteit.
De verhouding loon-materiaal bedraagt bij renovatie 60:40 en is het omgekeerde van nieuwbouw. Gezien de te verwachten groei van de onderhouds- en renovatiemarkt, zal de komende vijftien tot twintig jaar de arbeidscapaciteit op de bouwplaats met 50 procent moeten stijgen of zelfs verdubbelen. Dit is gewoon onmogelijk.
Nieuwe vormen van samenwerking ontstaan en er verschijnen partijen op het toneel met een gericht aanbod om de kwaliteitsaanpassing succesvoller te laten verlopen, in de vorm van projectoverstijgende oplossingen. Om de problematiek te schetsen en visie op de toekomstige ontwikkelingen te geven heeft de BouwhulpGroep hiervoor in samenwerking met de SEV een notitie opgesteld met als titel: ‘PAMFLET: Woningbouw als Hollands-Ontwerp’.