Een serie over systeemwoningen -21-
Ergens in een polder van de Merwede kom je op een dag een rijtje eengezinswoningen tegen uit 1950, die de titel dragen ´Bakkerwoningen´. En opeens gaat er een lichtje branden, want de naam Bakker staat voor een van de vele systeemwoningen, die in de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw gebouwd zijn. In totaal zijn ruim 5 duizend woningen, zowel eengezinswoningen als gestapelde woningen, in de loop der jaren gebouwd, waarvan de bouwwijze als stapelbouwmethode aangeduid kan worden (1) (2). Circa 5 procent van de gerealiseerde woningen is qua locatie op dit moment terug te vinden en dan gaat het vooral om de galerij-etagewoningen uit de periode 1965-1968. De resterende woningen liggen verscholen in de meer dan 25 wijken, verspreid over heel Nederland achter dijken én de bebouwde polders.
Relatief kleine woningen
Zowel de eengezinswoningen als de galerijwoningen behoren tot de kleinere woningen, tenminste voor de periode waarin ze gebouwd werden. Met andere woorden, het zijn vooral sobere en doelmatige woningen die in dit systeem weggezet zijn. Dit betekent dat aanpassing van deze woningen ook consequenties heeft voor de plattegrond. Eengezinswoningen moeten op de begane grond vergroot worden en de plattegrond van de galerijwoningen moet aangepast worden. Het aanpassen van de kwaliteit van deze woningen voor de toekomst heeft een meer ingrijpend karakter.
De toekomst
De toekomst hangt af van de eigenschappen van de woningen en de context waarin ze staan. Een belangrijke invloed die verband houdt met de situatie is de grootte van de complexen. In die zin steekt het systeem Bakker gunstig af ten opzichte van andere bouwsystemen, omdat de complexen veelal beperkt van omvang zijn (gemiddeld 100 woningen en vaak ook maar 30 à 90 woningen). Uiteindelijk is er ook behoefte aan minder grote woningen, als het aantal in verhouding tot de buurt of wijk niet te groot is.
Bronnen/verwijzingen
(1) ‘Niet-traditionele woningbouwmethoden in Nederland’, H. Priemus e.a., Rotterdam, 1971
(2) Van het Bakkersysteem zijn ruim 5 duizend woningen gebouwd in de periode 1948 tot en met 1968. Slechts een beperkt deel is exact te lokaliseren. Wel is bekend dat op 25 plaatsen in Nederland woningen staan van dit systeem. Vooral in de periode vanaf 1965 gaat het om galerij-etagewoningen, begin jaren vijftig om eengezinswoningen
Het systeem wordt als volgt getypeerd in ‘Niet-traditionele woningbouwmethoden in Nederland’:
Stapelbouw voor laagbouw en middelhoogbouw, waarbij de bouwmuren bestaan uit licht-betonblokken die in halfsteensverband worden gemetseld of los op elkaar worden gestapeld, waarna de holten worden gevuld, en waarbij in het werk gestorte betonvloeren of systeemvloeren (met een geldig modelblad) worden toegepast en waarbij de langsgevels zijn samengesteld uit vooraf vervaardigde betonnen kolomschalen en borstweringspanelen, waarop houten montagekozijnen aansluiten
(3) Het bouwsysteem Bakker is volledig open en is een van de weinige bouwsystemen dat grotendeels in handen was van een architectenbureau. In een latere fase heeft het oorspronkelijke systeem Bakker plaats gemaakt voor een nieuw gietbouwsysteem ‘Bakker NWR’(vanaf circa 1968)