Categoriearchief: Collectief bouwmeesterschap

TIENDUIZEND-URENREGEL ALS BASIS VOOR VERNIEUWING

Auteur: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Het begint met transpiratie
In principe moet je hard werken om tot nieuwe inzichten te komen. Eureka ontstaat omdat je voortdurend met het onderwerp bezig bent. Dat wordt vaak vergeten bij allerlei sessies waarbij gebrainstormd wordt, zonder dat de betrokkenen beschikken over voldoende kennis en kunde. Ofwel zonder dat de aanwezigen het verdiend hebben om op Olympisch niveau te opereren. Om tot een nieuw idee te komen of een prestatie op niveau te leveren, wordt weleens de tienduizend-urenregel gehanteerd. Je moet een lange periode met de materie bezig zijn om tot nieuwe dingen te komen (1). In jaren uitgedrukt houdt dit in dat je minimaal vijf jaar bezig bent met het werk om tot vernieuwde inzichten te komen. En dan is er geen sprake van een bijbaantje. Voortdurend moet je van standpunt of gezichtspunt kunnen veranderen om de nieuwe verbanden te ontdekken. In die zin is de zoektocht naar een nieuwe idee, die de basis kan vormen voor innovatie, een weg met veel transpiratie, gebaseerd op inspiratie, of van je vak houden.
Zeker op het terrein van bouwen en wonen, wordt dit principe nog weleens vergeten. Iedereen woont, iedereen (ver)bouwt weleens wat, dus iedereen is een deskundige. Eenieder die dit dacht, moet worden teleurgesteld.
Tegelijkertijd is de zoektocht naar nieuwe vormen van creatief samenwerken volop in gang. In onze praktijk onderscheiden we twee vormen. De karakterworkshop met een ontwikkelregisseur en de co-engineering met een ontwerpregisseur (2). In het eerste geval gaat het erom de opgave scherp te krijgen en te vertalen naar een concept. In de tweede situatie betreft het de technische vertaling vanuit verschillende disciplines.

Verder lezen

Ontwerpen voor de vierkante meter

Op basis van integraal ontwerp en proces ligt niet alleen de auto industrie ver voor op de bouwsector. De meubelindustrie laat mooie voorbeelden zien waarin het gebruik, het ontwerp en de techniek geïntegreerd zijn in één product. Het resultaat is ruimtebesparende meubels die in te zetten zijn voor verschillende gebruiksfuncties. De eenvoud van ontwerp en gebruik zetten de toon. Dit videofragment geeft stof tot nadenken over hoe wij in de bouw zouden kunnen werken.

[youtube=http://youtu.be/dAa6bOWB8qY]

Ketensamenwerking beperkt zich niet tot cultuur

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Meer dan cultuur

Sinds de economische crisis in 2009 de agenda in de bouwsector bepaalt, staat de ketensamenwerking er hoog op genoteerd. De partners in het veld – sociale verhuurder, adviseurs, bouwers, onderaannemers – zijn aan het zoeken om de crisis te benutten voor een nieuwe vorm van samenwerking, waarbij gerichter gebruik wordt gemaakt van de capaciteiten van de verschillende betrokkenen. En natuurlijk gaat het om kernwaarden als respect en vertrouwen, maar vooral ook om een betere kosten-kwaliteitsverhouding van het (ver-)bouwproduct. Uiteindelijk moet de bewoner (eindgebruiker) er in alle opzichten beter van worden. Het is dus meer dan een kwestie van cultuur(-verandering).

Verder lezen

DE SERIE VAN ÉÉN, de klant/ bewoner centraal

Door: Yuri van Bergen

Lange tijd heeft de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad veel geleken op een Oost-Europese planeconomie. Een complex was ‘x’ jaar oud en volgens de boekhoudkundige planning moest er iets gebeuren. Dus kwam er een grootonderhouds- of renovatieproject. Los van de (individuele) beheergeschiedenis van de technische noodzaak en van de individuele behoeften van de bewoners, stond er ineens een productieteam bij je op de stoep. En het was nu of nooit!

Stel je komt morgen thuis en je zegt tegen je partner: ‘Ik heb met drie mensen in de straat een afspraak gemaakt en met een aannemer om volgend voorjaar de kozijnen te vervangen en de douche-uitrusting te vernieuwen. Dat scheelt toch mooi 10 procent.’ Terwijl jouw partner volgend voorjaar heel andere plannen heeft (bijvoorbeeld een reis door Europa). Wat denk je dat er dan gebeurt? Duidelijk, dit wordt nooit zo uitgevoerd.

En ingeval van de sociale huurdersector hebben zij allerlei eenzijdige technische argumenten waarom het alleen zo kan. Maar als we morgen met elkaar afspreken dat de eenheid de afzonderlijke woning wordt, zal de praktijk zich hier snel naar gaan voegen, want dat wordt dan de opgave waarop kwaliteitsaanpassing plaats gaat vinden. Een praktijk die bij eigenaar-bewoners altijd al de benadering vormde. En als jezelf eigenaar-bewoner bent, weet je dat met het ritme van een nieuwe eigenaar na twintig à dertig jaar de woning volledig op de schop gaat, zoals we dat in gewoon Nederlands noemen. Alleen het probleem hierbij is vaak dat je als particulier nog steeds zelf moet proberen je kwaliteitsaanpassing kloppend te krijgen. Hier overheerst nog vaak de beun en doe-het-zelfmarkt. Het verbaast niemand dat de verbouwing van een keuken drie maanden duurt. Stel je voor. Je brengt de auto weg voor reparatie en het gaat een maand duren voor de monteur alle spullen verzameld heeft om de reparatie uit te voeren. Je zou de tv ermee halen.

Nu terug naar ‘De serie van één’. Het gaat hierbij om dat de klant bepaalt wat de aard, de omvang en het moment van kwaliteitsaanpassing wordt, tegen een goede kosten-kwaliteitsverhouding.

Deze column is geschreven naar aanleiding van het initiatief rendakaffee. Rendakaffee is een inspirerende omgeving waar de nieuwe generatie vakbroeders kennis kan delen, problemen kunnen aanpakken en ervaringen delen. De komende editie wordt gehouden in Grand Café Usine in Eindhoven ! Meld je aan en doe met ons mee!

De Alliantie Dak+ geeft antwoord

Auteurs: Karleun Liu en Jelle Persoon

De praktijk van onderhoud en renovatie verandert. De complex gewijze aanpak van bijvoorbeeld dak vervanging zal steeds meer plaats moeten maken voor een aanpak met ruimte voor de gewenste kwaliteit van de individuele bewoner. Tijdstip van uitvoer en realiseren van gewenste voorzieningen van extra dakraam tot pv-cellen worden variabelen die leiden tot een serie van één.
 
Hoe kom je tot een kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar aanbod bij een dergelijke serie van één? Een aanbod, waarbij niet alleen de technische kwaliteit en de prijs worden geborgd, maar waarbij de architectonische kwaliteit (beeldkwaliteit) net zo belangrijk is.


Verder lezen

In de ketensamenwerking is het minder ‘moeten’ en meer ‘kunnen’

Door: Corry Fontein – De Haan in opdracht van Ballast Nedam

In de periode van 2010 tot 2012 is aan de hand van twee proefprojecten door Woonbedrijf en Ballast Nedam een leertraject ingezet om tot een vernieuwende samenwerking te komen; de ketensamenwerking. Deze vorm van samenwerking biedt de kans om de bewoner met meer plezier te bedienen tegen gunstigere condities. De projecten Echternachlaan en Kruidenbuurt Zuid zijn de eerste werken die volgens de ketensamenwerking zijn uitgevoerd. Deze nieuwe manier van werken, is er een van vallen en opstaan waar we allemaal aan moeten wennen. Maar wel een die zeker tot nieuwe inzichten en mogelijkheden leidt. In het vervolg zal de kreet ´Ja maar´ plaatsmaken voor ´Ja en´. Dit keer zijn we in gesprek met projectleider Jorg van Waas van Woonbedrijf, met Yuri van Bergen van BouwhulpGroep en projectleider Justin Biemans van Ballast Nedam.

Verder lezen

Reflectie: Karakterworkshop en Co-engineering, een vorm van collectief bouwmeesterschap

door: Martin Liebregts

Een serie over de beeldkwaliteit – 5 –

De vakantie staat voor de deur en er ontstaat ruimte voor enige reflectie over de afgelopen periode. Een thema dat bij alle rust de volle aandacht kan krijgen, is beeldkwaliteit en schoonheid. Juist in de periode van rust, zoals tijdens de vakantie, nemen we daar tijd voor. We gaan de schoonheid van de natuur bewonderen of in musea ons vergapen aan de verbeeldingskracht van anderen en in de kerken ons laten inspireren door het samenspel van beeld, licht en ruimte. In de serie over de beeldkwaliteit, die in de eerste helft van dit jaar gepubliceerd is, is gepoogd de alledaagse schoonheid, die ons omringt, bespreekbaar te maken.
Verder lezen

Van maatregelen naar prestatie-eisen

Door: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Serie over de praktijk van innovatief aanbesteden – deel 3 –

Noodzaak van vraagspecificatie

Wanneer je naar de markt toe je vraag wilt formuleren, dan is het nodig hiervoor een passende studie uit te voeren. Een zogenaamde programmastudie is hiervoor het geëigende middel om de vraagspecificatie boven tafel te krijgen.
Een programmastudie richt zich op de samenhang tussen de huidige en toekomstige vraag en het aanbod. De integraliteit bestaat eruit dat alle aspecten (kwaliteit, kosten, sociaal) op alle schaalniveaus in hun context beschouwd en geïllustreerd worden via concepten ofwel varianten. Het is een mond vol om te zeggen dat het programma het resultaat is van een ontwerpproces, waarbij alle onderdelen met elkaar in verband worden gebracht om de gewenste kwaliteitsaanpassing te verbeelden. Een programma is geen optelsom van prestaties, maar is vooral een waardering en/of keuze die illustreert waarnaar gezocht wordt. Het is een combinatie van vastomlijnde prestaties en een verhaal over de toekomst. Bijgevoegde figuur laat de puzzelstukjes zien en geeft de stappen aan, die bij een programmastudie gezet worden. Een programmastudie is een zoektocht en een creatieve puzzel, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle benodigde disciplines. In wezen is hier bij de kwaliteitsaanpassing van de bestaande (woning)bouw allereerst een conceptontwikkelaar aan het werk, die via inventarisatie en analyse poogt mogelijkheden te verbeelden met de bijbehorende consequenties. Tijdens zo’n creatief proces zoekt de conceptontwikkelaar draagvlak voor het toekomstbeeld bij de betrokken partijen. Voor zover er sprake is van een groepsproces, is dit toch vooral bedoeld om het speelveld in kaart te brengen en de vraagspecificatie vast te leggen en te houden.

Verder lezen

Vraagformulering of vraagspecificatie

Door: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Serie over de praktijk van innovatief aanbesteden – deel 2 –

De huidige aanpak van rijtjeswoningen

Bij de huidige kwaliteitsaanpassing van de rijtjeswoning uit de jaren zestig wordt traditioneel een bestek gemaakt per project, dat vervolgens meervoudig onderhands wordt aanbesteed. Hierbij wordt veelal gebruik gemaakt op onderdelen van standaardbestekonderdelen of oplossingen (bijvoorbeeld keuken, douche, toilet). Maar elke keer wordt het gehele planproces van initiatieffase tot bestek doorlopen. Bij de uit te voeren plannen is in de praktijk een grote overeenkomst te constateren (80%). Slechts een deel van het plan is bij wijze van spreken projectspecifiek.
In het kader van ‘Huidige aanpak jaren zestig rijtjeswoning in de praktijk’ is in drieëntwintig punten de renovatie van een doorzonwoning weergegeven. In het kort komt dit erop neer dat de schil weer voor vijfentwintig à dertig jaar wordt opgeknapt, en dat woning intern: keuken, douche en toilet een opknapbeurt krijgen voor een budget van circa € 40.000,- à € 50.000,- per woning.
De gewenste prestaties, die behoren bij het woningtype en de gewenste levensduur, zijn in hoge mate uniform. Alleen de te huistesten doelgroepen, nu en in de toekomst, geven hier – al of niet op woningniveau – aanvulling op. In het laatste geval gaat het vooral om ruimte (bijvoorbeeld de zolder als leefruimte, grootte badkamer) en comfort.
Op het moment dat de prestaties vertaald worden naar maatregelen, komen de variaties in bestaande technische eigenschappen om de hoek kijken: oorspronkelijk aanwezig of het resultaat van onderhoud in het verleden, zoals kozijnen al vervangen, specifieke dakplaten.klik voor een vergroting

Verder lezen

SCENARIO’S EN DILEMMA’S, De toekomst van de woningaanpassing

Auteur: Martin Liebregts

De afgelopen 50 à 60 jaar is de maatschappij voortdurend bezig geweest met de voorspelling van de toekomst. Allerlei modellen zijn gebouwd om dergelijke voorspellingen ook te vertalen naar economische grootheden en de mogelijke welvaart, die ermee gepaard kan gaan. Om greep op deze toekomst te krijgen worden er scenario’s opgesteld ofwel verhaallijnen ontwikkeld in verschillende varianten om licht op de toekomst te werpen. Het woord scenario, afgeleid van het Grieks skènè, houdt verband met het toneel en vormt in wezen het schema, waarlangs de opeen volgende scenes zich afspelen ofwel van de te veronderstellen loop der gebeurtenissen. Nu zijn er in de loop der jaren allerlei methoden ontwikkeld om iets over de toekomst te kunnen zeggen of inschattingen ervan van enige onderbouwing te voorzien (1). In dit kader gaat het niet om exacte wetenschap maar staat centraal het ontwikkelen van meer begrip over de toekomst van het wonen en de consequenties voor de aanpassingsbehoefte van de woningvoorraad (1, 2 en 3).

Verder lezen