Categoriearchief: Collectief bouwmeesterschap

Op zoek naar plug en play-oplossingen uit de markt

Door: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Serie over de praktijk van innovatief aanbesteden  deel 1 – 

In principe wil je de marktpartijen die dingen laten doen, waarin ze aangetoond hebben dat ze er goed in zijn. Dat is niet aannemen, maar bouwen of verbouwen van woningen in dit geval. En omdat nooit iemand alleen (ver)bouwt en bij bestaande woningen bewoners een centrale plaats innemen, gaat het niet alleen om het product, maar om het proces en de samenwerking. Dus als het om plug en play uit de markt gaat, spelen al deze aspecten eventueel een rol.


Verder lezen

Vragen of aanbieden? (2)

Onderdeel van drieluik ‘Innoveren in Renoveren’ – 2

Auteurs: Doris de Bruijn & Sean Vos

Waar deel 1 van dit drieluik ging over het mijden van risico’s in het beheer van de bestaande voorraad en de noodzaak voor een kwaliteitssprong voor een groot deel van deze voorraad, staat in dit deel de aanpak van het renovatieproces centraal. Hoe kan iedere euro die aan de verbetering van het bestaande vastgoed wordt besteed zo efficiënt mogelijk worden uitgegeven? Wij geloven dat de aanpak van de bestaande voorraad kwalitatief beter, sneller, efficiënter en spectaculair goedkoper kan, mits er goed gebruik wordt gemaakt van de aanwezige schaalgrootte en er een andere procesaanpak wordt gekozen.

Iedere woning is anders en daarom is iedere renovatie een unieke opgave, wordt vaak gezegd. Toch is dit slechts ten dele waar. Na de oorlog is er in de wederopbouwperiode een enorme nieuwbouwproductie gerealiseerd, waarbij door het hele land op zeer grote schaal slechts vier verschillende woningtypen zijn gerealiseerd: rijtjeswoningen (meestal doorzon), duplexwoningen, portieketagewoningen en galerijflats. De woningen van een zelfde type vertonen onderling grote overeenkomsten en zijn daarom ook zeer geschikt voor een seriematige aanpak waarbij voor een aantal belangrijke componenten zelfs geautomatiseerde industriële productie mogelijk is, met alle bijbehorende schaalvoordelen. Het bouwproces in Nederland is er echter nog niet op ingericht om de voordelen die een seriematige aanpak biedt volledig te benutten, waardoor bouwen en renoveren aanzienlijk duurder uitpakt dan noodzakelijk.

Verder lezen

Het succes van MIAR

Door: Yuri van Bergen

Het is goed om in de markt te constateren dat steeds meer partijen op zoek zijn naar nieuwe vormen van samenwerking, waarbij kennis en kunde van alle partijen optimaal worden benut. De MIAR-methode (Methode Innovatiestimulerend Aanbesteden en Realiseren) is er een van.

Als je na de workshop die voor Futura is georganiseerd terugkijkt, dan beantwoordt de methode aan de verwachtingen vanuit de markt. De vijf eisen, die vanuit de opdrachtgeverspraktijk gesteld zijn, betreffen:

  1. Het verbeteren van de prijs-kwaliteitsverhouding door o.a. de stapelkosten te beperken
  2. Het optimaler benutten van de kennis, die aanwezig is in de keten
  3. Meer ruimte scheppen voor het bijzondere in het project door beter gebruik te maken van de projectoverstijgende overeenkomsten
  4. Maximaal benutten van de eigen kennis en kunde als opdrachtgever
  5. De continuïteit van kennis in het proces zo goed mogelijk ruimte geven en zo de basis leggen voor een verbeterde kwaliteitsborging.

Het zijn deze aspecten die vanuit de vraagkant als belangrijk worden beschouwd. Het is nu aan de praktijk om dit verder in te vullen en uit te bouwen.

BouwhulpGroep

Nieuwe selectiemethoden vereisen studie vooraf

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Programmastudie, een creatieve puzzel

Een programmastudie richt zich op de samenhang tussen de huidige en toekomstige vraag en het aanbod. De integraliteit bestaat eruit dat alle aspecten (kwaliteit, kosten, sociaal) op alle schaalniveaus in hun context beschouwd worden en geïllustreerd worden via concepten ofwel varianten. Het is een mond vol om te zeggen dat het programma het resultaat is van een ontwerpproces, waarbij alle onderdelen met elkaar in verband worden gebracht om de gewenste kwaliteitsaanpassing te verbeelden. Een programma is geen optelsom van prestaties, maar is vooral een waardering en/of keuze die illustreert waarnaar gezocht wordt. Het is een combinatie van vastomlijnde prestaties en een verhaal over de toekomst. Bijgevoegde figuur laat de puzzelstukjes zien en geeft de stappen aan, die bij een programmastudie gezet worden. Een programmastudie is een zoektocht en een creatieve puzzel, waarbij gebruik gemaakt wordt van alle benodigde disciplines. In wezen is hier bij de kwaliteitsaanpassing van de bestaande (woning)bouw allereerst een conceptontwikkelaar aan het werk, die via inventarisatie en analyse poogt mogelijkheden te verbeelden met de bijbehorende consequenties. Tijdens zo’n creatief proces zoekt de conceptontwikkelaar draagvlak voor het toekomstbeeld bij de betrokken partijen. Voor zover er sprake is van een groepsproces, is dit toch vooral bedoeld om het speelveld in kaart te brengen.

Verder lezen

Op zoek naar de serie van 1000!

Door: Sjoerd KlijnVelderman

De afgelopen maanden hebben weer flink in het teken gestaan van selecties waar natuurlijk alle registers los gaan om het mooiste, beste, goedkoopste plan te maken. Als conceptaanbieder hebben we geluk dat “onder de motorkap” het wel goed zit, eigenlijk is de afwijking op hetgeen we al wisten wat het moeilijk maakt.

Dat die afwijking nu vooral bestaat uit onderzoeken “wie is de klant, wat wil de klant nu echt en hoe vertaald dat zich tot ons concept” heeft mij aan het nadenken gezet. Als ik nu even terug kijk op wat meedoen aan een selectie gemiddeld kost kan ik vaststellen dat van het bedrag wat wij gemiddeld per woning uitgegeven hebben ten tijde van de selectie ik een leuke vakantie had kunnen boeken, leg dat maar eens uit aan een huurder die een huurverhoging moet betalen voor energetische maatregelen!

Verder lezen

Van moeten naar kunnen

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

De vorige eeuw kenmerkt zich door een opdrachtenstructuur waarbij het dictaat overheerste. Het bestek gaf aan wat je moest maken en elke ruimte die er gezocht werd om de eigen mogelijkheden te benutten, werd ontzegd. Een complex moest verbeterd worden omdat de administratie dat vond. De medewerkers in de organisatie kregen een duidelijke opdracht of taak waarop afgerekend werd en eigen initiatief hield een risico in. In de eenentwintigste eeuw wordt deze commandostructuur steeds meer losgelaten, mede onder invloed van allerlei communicatietechnieken. Mensen doen steeds meer dingen op de momenten dat ze het willen en kunnen. Ook voor de toekomstige kwaliteitsaanpassingen van de bestaande woningbouw en de bijbehorende samenwerkingen tussen alle betrokken partijen.

Het begint natuurlijk bij de bewoner, die steeds vaker eist dat de kwaliteitsaanpassing plaatsvindt op het moment dat het hen past en er behoefte aan is. Dus de complexgewijze aanpak, die de afgelopen veertig jaar centraal heeft gestaan, gaat plaats maken voor maatwerk op woningniveau. Er komt aanbod dat op deze vraag gaat aansluiten.

Verder lezen

500.000 warmtepompen in 2020

door: Haico van Nunen

Dat is het doel dat het Nederlands Platform Warmtepompen zich heeft gesteld. Op 14 maart 2012 was het nationaal congres warmtepompen. Met negen lezingen zijn tal van benaderingen getoond voor warmtepompen en op welke wijze de toepassing van warmtepompen gemeengoed kan worden. Een van de lezingen ‘warmtepompen integraal onderdeel renovatievisie 2050’ [0,9 Mb], ging in op de kansen binnen de renovatie.

Verder lezen

Vandaag dromen voor de toekomst…

door: Martin Liebregts

Vanuit duurzaamheid is de aanpak van de bestaande woningvoorraad een van de belangrijkste agendapunten. Het behoud van goede, comfortabele en energiezuinige woningen is voor alle aspecten van duurzaamheid een winstpunt (energiegebruik, materiaalverbruik, gezond binnenmilieu).

De kwaliteitsaanpassing van de bestaande voorraad is nog te veel gebaseerd op opvattingen van de vorige eeuw. Weinig innovatie, slechte kosten-kwaliteitsverhouding, ontbreken van individueel maatwerk en passend aanbod, gebaseerd op het gebruik. Oude samenwerkingsvormen, die meer gericht zijn op aannemen en minder op aanbieden, beheersen de praktijk.

Juist in tijden van crisis is het essentieel vooruit te kijken en je bewust te worden van de lange termijn. Het gaat niet om de winst van vandaag, maar om het (maatschappelijk) rendement op de langere termijn. Een woning heeft nu eenmaal een gemiddelde levensduur van circa honderdtwintig jaar. En als dit vergeten wordt, vertaalt zich goedkoop automatisch in duurkoop.

Dit is de leidraad geweest voor de lezing ‘Vandaag dromen voor de toekomst’ die op 2 februari gehouden is bij de NHL Hogeschool in Leeuwarden. Deze lezing is hier te bekijken [pdf|4Mb].

Overpeinzing: Innovatie spot met maakbaarheid uit het verleden

Een serie van artikelen over innovatie, van achter naar voren om een andere kijk te ontwikkelen…deel 3

Auteur: Martin Liebregts

In de wandelgangen zijn er globaal drie geluiden te onderscheiden als het om innovatie gaat, veelal ontwijkend en soms stimulerend:

  • Het ja-maar gedrag. Het voortdurend opwerpen van belemmeringen als er gezocht wordt naar nieuwe dingen.
  • De onderwijzende manier. In de huidige wereld van trainers van uiteenlopende pluimage wordt gedacht dat innovatie een trucje is dat je kunt leren.
  • De opgave als leidraad. Hierbij wordt niet gepoogd je te bemoeien met hoe iets wordt ontwikkeld, maar ligt de nadruk op de formulering van de opgave.

Juist dit laatste vereist van de opdrachtgevende partij de uiterste inzet. Hier kom je er niet meer onderuit door te zeggen dat je innovatie stimuleert en ruimte geeft. Je moet dan als opdrachtgever of vragende partij extra inspanningen leveren om een ‘scherpe’ opgave te formuleren, zonder op de stoel van de aanbieder te gaan zitten.

Verder lezen

Overpeinzing: innovatie of uitvinding

Een serie van artikelen over innovatie, van achter naar voren om een andere kijk te ontwikkelen…deel 5

Auteur: Martin Liebregts

Al meer dan vierduizend jaar (1) – volgens sommigen zelfs zevenduizend jaar – beschikken we over de baksteen, die in een oven gebakken werd. Maar het duurde tot circa vijftienhonderd van onze jaartelling dat deze bouwtechniek ook overal werd toegepast bij het bouwen van huizen. Het uitzonderlijke karakter ervan komt nog tot uitdrukking in het woord ‘steenrijk’. In de afgelopen duizenden en honderden jaren zijn er veel uitvindingen gedaan, die niet direct breed werden toegepast. In die zin zijn de woorden ‘uitvinding’ en ‘innovatie’ niet zomaar synoniem. Bij een uitvinding gaat het om wat als eerste bedacht of gemaakt is, of het nu om een technisch product of productproces gaat. Bij innovatie komt de markt om de hoek kijken en betreft het een eerste commerciële toepassing van iets nieuws. Het gaat bij innovatie dus om een marktgerichte vernieuwing, die betrekking kan hebben op een product, het productieproces of een benadering ervan.

BouwhulpGroep Verder lezen