Categoriearchief: Levensduurdenken

Manifest Renovatievisie 2050

duurzaam positie kiezen?

BouwhulpGroep 2008

……Er liggen dus grote kansen voor toeleveranciers van bouw- en isolatiematerialen, omdat alle betrokken partijen van voorschrijvers tot verwerkers duurzaamheid in hun keuzeproces erg belangrijk vinden. Het is belangrijk voor de toeleverende industrie, die nu in zwaar weer verkeert, om zich te profileren. De eerste stap is het aantonen dat het materiaal duurzaam is (claimen is niet voldoende). Echter, in sterk concurrerende markten waarbij het basismateriaal veelal hetzelfde is of dezelfde eigenschappen bevat, valt het onderscheidend vermogen al grotendeels weg. De volgende te bewandelen stap is aantonen dat het merk duurzaam is. Dit betekent dat naast het gebruik van duurzame materialen – wat een randvoorwaarde blijkt te zijn – alles wat met het merk en het bedrijf te maken heeft ook duurzaam moet zijn (bijvoorbeeld productieproces, wagenpark, reclame-uitingen, aandacht voor de directe omgeving (milieu- en geluidsoverlast), aandacht voor het personeel, etc.). Kortom, de tijd is rijp voor leveranciers uit de bouw- en installatiesector om zich duurzaam te gaan profileren en positioneren…..

om het gehele artikel te lezen klik hier

energiebesparing, wat koop ik ervoor?

…Wat verleidt de woonconsument om zelf te investeren in energiebesparing? Vooral financieel gewin, zo blijkt uit het onderzoek. De onvoorwaardelijke bereidheid van woonconsumenten om extra te betalen voor een energiezuinige nieuwbouwwoning is niet groot. Men wil niet meer dan € 5.000 tot maximaal € 10.000 extra betalen. Maar als consumenten er iets voor terug krijgen, zijn ze bereid meer te betalen. Hoeveel meer dat is hangt niet alleen af van factoren als leeftijd, opleiding en inkomen van kopers, maar vooral van de prijsklasse van de woning en van de gegarandeerde terugverdientijd van energiezuinige systemen. Consumenten leren ons: baat het niet, dan gaat het niet!…

Zie voor het gehele artikel klik hier (vanaf pagina 40).

Over standaardisatie en design…

Norm=Vorm
Gemeentemuseum Den Haag
Zaterdag 8 mei t/m zondag 15 augustus

Van schoenen en keukenkastjes tot koffiebekertjes en computerprogramma’s, ze zijn allemaal gestandaardiseerd. Nog nooit zijn zoveel consumentenproducten om ons heen hetzelfde geweest. En dat heeft grote voordelen. De T-Ford wees met zijn uitwisselbare onderdelen en zijn productie met de lopende band de weg naar een goedkope auto voor iedereen. Gestandaardiseerde maten voor confectie brachten betaalbare en passende kleding voor velen.

De industriële eisen om vaste typen te ontwikkelen inspireerde ontwerpers als Dieter Rams en Piet Zwart, fabrikanten als Braun en Thonet en scholen als het Bauhaus om goede en goedkope producten te ontwerpen. Standaardproducten bepalen ook de sociale, culturele en zelfs esthetische norm. Maar met zijn vele (sub)culturen verandert de samenleving permanent. De standaards voor producten die zijn vastgelegd door de overheid en door normerende instanties als DIN verouderen in de praktijk daardoor snel.

Hoogtepunten in de tentoonstelling zijn ontwerpen van onder anderen Dieter Rams, 2012Architecten, Charles en Ray Eames, Ettore Sottsass, Kisho Kurokawa, Paul Schuitema, Pierre Paulin, Wim Crouwel en Mario Bellini. Een aantal hiervan komt uit de collectie van Centre Pompidou en is nog nooit eerder in Nederland te zien geweest.

De tentoonstelling toont een wereld van standaardisatie, de vooruitgang en de kritische kanttekeningen die daarbij worden geplaatst door ontwerpers.


ketenintegratie vermijdt gebakken lucht

…belangrijkste oorzaak van de problemen wordt genoemd dat ontwikkelaars, architecten en bouwbedrijven onvoldoende rekening houden met de wensen van bewoners. De bewoners klagen bijvoorbeeld over tocht veroorzaakt door verkeerd geplaatste ventilatieroosters. Of ze hebben last van oververhitting, omdat ontwerpers geen zonwering in het ontwerp hebben aangebracht. Betere afstemming op de behoeften van bewoners en het te verwachten onderhoud zijn cruciaal voor acceptatie en correct gebruik van innovatieve energieconcepten.

Volgens de onderzoekers biedt de evaluatie belangrijke leerpunten. De gehele bouwkolom – van ontwikkelaar en architect tot bouwbedrijf en installateur – moet de bewoner centraal stellen bij het ontwerpen en bouwen…

Om het artikel te lezen klik hier

het dak van een actief huis

Samenstelling: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Duurzaamheid wordt steeds grijpbaarder. Nieuwe benaderingen en oplossingen overstijgen het rekenwerk. In dit artikel laten we zien wat belangrijke variabelen voor duurzaam wonen zijn en welke deeloplossingen er op de markt verschijnen voor de verschillende componenten. Dit artikel is de eerste in de serie en gaat over het dak. Betoogd en geïllustreerd wordt, dat we met elkaar moeten zoeken naar oplossingen voor een ‘actief’ huis of de ruimte moeten benutten om energie op te wekken.

De variabelen van duurzaamheid

Tot nu toe is duurzaamheid nog te veel het terrein van rekenen. Vele mensen rekenen, maar nog te weinig is er bekend hoe al dat rekenwerk zich verhoudt tot de dagelijkse praktijk. Moeten we zorgvuldig omgaan met onze gebouwen, is het A-label van elk huishoudelijk apparaat prioriteit nummer één, of is het nodig om meer flexibel te bouwen, zodat een gebouw zich gemakkelijk aan een veranderende vraag kan aanpassen? Eigenlijk zijn we op zoek met elkaar naar duurzaamheidcriteria, die een leidraad bij het dagelijks handelen kunnen zijn. ‘Cradle to Cradle’ is wat dat betreft te algemeen en misschien ook wel te vaag. Misschien is de slogan ‘verspillen is zinloos’ een even hanteerbaar begrip en zo oud als de mensheid bestaat.

Als we dan toch gaan rekenen, gaat het meer om de eenvoud dan om het rekenen tot ver achter de komma. Op basis van de huidige berekeningsmethoden van de effecten op het milieu zou de volgende prioriteitenlijst voor de verschillende variabelen kunnen worden samengesteld (op volgorde van de belasting van het milieu) (2):

  • Consumptief elektraverbruik: Bovenaan de lijst staat het zorgvuldig omgaan met elektraverbruik van individuele consumptie. Dit aspect kan, naast minder of energiezuinigere apparaten, het beste bestreden worden door ook op woning- of buurtniveau duurzame energie op te wekken.
  • Instandhouding respectievelijk aanpassing van woningen: De basis wordt gelegd in goede ruimtelijke woningen, die op eenvoudige wijze aan de veranderende eisen van gebruik aangepast kunnen worden.
  • Het bouwen van woningen: Evenals bij slopen is de levensduur van woningen de sleutel voor de reductie van milieubelasting. In dit geval begint duurzaamheid bij een kwaliteit die de mode van de dag overleeft. De levensduur houdt verband met de uitstraling die gericht is op de lange termijn (tijdloos).
  • Het slopen van woningen: Het slopen hangt nauw samen met het bouwen. In principe is het één aspect, waar begin en eind bij elkaar komen. Echte aandacht verdient hier de recycling, zodat de belasting gereduceerd wordt. Dit aspect komt het dichtst bij het thema van ‘Cradle to Cradle’. Meer begrip voor demontabel bouwen is hier op zijn plaats.
  • Het verwarmen van de woning: Dit staat voortdurend op nummer één op de agenda. Misschien is het wel de reden dat we dit aspect het gemakkelijkst kunnen reduceren tot ‘nul’.

In de figuur ‘Milieubelasting’ wordt in milieupunten weergegeven wat het bouwen, gebruik/wonen en slopen van de woning, met al de daarbij behorende apparatuur, qua belasting betekent. Duidelijk zichtbaar is de substantiële bijdrage in het consumptief gebruik. Een grote reductie is te realiseren door gebruik te maken van duurzame energie, in dit voorbeeld PV-cellen en zonneboilers, met een totale reductie van meer dan 1/3 milieupunten. Voor het bouwen, in stand houden en slopen van de woning is de levensduur cruciaal, in dit geval 120 jaar. In dit opzicht kan het dak een essentiële rol gaan spelen voor de toekomst van duurzaam wonen en overvleugelt zo elke discussie een pondje meer of minder energiebesparing.

Voorbeeld van een nieuwe concept “Solar Prism” (3)

Gebouwen verbruiken wereldwijd ongeveer 40% van alle opgewekte energie. Om de uitstoot van CO2 we-reldwijd te reduceren, is het belangrijk het totale energieverbruik van de bestaande gebouwvoorraad terug te dringen. Om deze uitdaging aan te gaan, zonder in te leveren op onze comfortabele levensstijl, is een nieuw modulair renovatieconcept ontwikkeld. Met het concept “Solar Prism” kunnen bestaande gebouwen met een hellend dak op een duurzame manier worden gerenoveerd.

Het concept “Solar Prism” bestaat uit drie hoofdelementen. Oppervlakken die zonne-energie opwekken, technologie voor energie- en klimaatbeheersing en het prisma als interface. Deze combinatie vormt de basis om optimaal duurzaam te renoveren en een bouwontwerp te realiseren, waarin de behoefte aan daglicht, warmtebeheersing en ventilatie met elkaar in evenwicht zijn. Het concept heeft als doel duurzaam renoveren te vereenvoudigen en een positieve bijdrage te leveren aan de mondiale milieuvraag.

Door het unieke ontwerp volgens de principes van Actief Huis ontstaat bij de opbouw een ideale balans tus-sen energieontwerp, binnenklimaat en de omgeving, waarbij het wooncomfort en de gezondheid van de bewoners centraal staat. Bestaande gebouwen kunnen energieproducerend worden gemaakt door het opwekken van duurzame energie, een verbeterd binnenklimaat met natuurlijke ventilatie, daglicht en warmte recyclende achtergrondventilatie, met als resultaat een reductie van de CO2-uitstoot. Door optimaal gebruik te maken van daglicht en passieve zonne-energie wordt tevens energie bespaard. Door de modulaire op-bouw kan worden ingespeeld op de specifieke behoeften van individuele gezinnen en kunnen technologieën en oppervlakken worden opgewaardeerd, zodat ook in veranderende behoeftes in de toekomst kan worden voorzien.

Energie onder dak

De opvatting dat de woningvoorraad een substantiële kwaliteitsaanpassing behoeft, wordt breed gedragen. Hierbij gaat het niet alleen om technische kwaliteit, maar juist vooral ook om woonkwaliteit, en ook om kwaliteiten, die voortkomen uit maatschappelijke ontwikkelingen, zoals duurzaamheid en energiezuinigheid. Echter in de huidige praktijk ligt de nadruk op planmatig onderhoud. Bijna de helft van alle financiële middelen wordt hieraan besteed. Renovaties hebben meer een incidenteel karakter.

Het componentdenken geeft de mogelijkheid om aansluitend op de huidige praktijk extra kwaliteit toe te voegen. Componenten zoals daken, gevels, installaties, douche/toilet/keuken staan centraal in de huidige aanpak. Het componentdenken houdt in dat zowel bij de vraag als bij het aanbod de componenten afzonderlijk worden beschouwd in hun mogelijkheden, om extra kwaliteit aan de woning toe te voegen. Pakt men bijvoorbeeld het dak aan, dan kan men relatief eenvoudig door extra dakisolatie en het vernieuwen van de installatie op zolder twee energielabels opschuiven. Door het toevoegen van een dakkapel kan men ook nog de bruikbaarheid van de woning vergroten. Op een dergelijke manier worden de mogelijkheden om kwaliteit toe te voegen ook bij planmatig onderhoud vergroot. Wanneer ook het aanbod zich gaat richten op deze vraag en componenten gaat ontwikkelen, die breed en projectoverschrijdend toepasbaar zijn, begint er echt wat te veranderen. De klant kan dan centraler komen te staan en de kwaliteitssprong wordt dan, zij het met kleine tussensprongetjes, ingezet.
De renovatie van het dak biedt de mogelijkheid om woonruimte in combinatie met verbetering van de energielabel (met minaal twee labels) en om duurzame energie een plaats te geven. Nieuwe installaties kunnen onder en op het dak geplaatst worden en esthetisch volledig geïntegreerd (warmtepompen, zonneboilers, PV-cellen). Wonen wordt zo minder een last.

Bronnen:
  1. ComponentRenovatie centraal, Martin Liebregts en Yuri van Bergen, 9 maart 2010
  2. De berekeningswijze voor bouwen, instandhouden en slopen is gebaseerd op een levensduur van 120 jaar. De berekeningen zijn een weergave van deelonderzoeken uit het promotieonderzoek van Haico van Nunen. Milieupunten zijn berekend met behulp van EcoIndicator99
  3. Ontleend aan Velux, Solar Prism duurzaam renoveren op platte daken, 7 april 2010

ComponentRenovatie: doucherenovatie, standaardisatie met optimale vrijheid

Doucherenovatie, een actueel onderwerp in corporatieland. Maar tegelijkertijd een onderwerp met zowel een technische als een economische invalshoek. Het maakt nu eenmaal verschil of het de renovatie van douches in een studentenflat betreft of de doucheverbetering in woningen uit het hogere huursegment. En daartussen zijn uiteraard allerlei variaties denkbaar. Ook het moment waarop de doucherenovatie wordt uitgevoerd kan heel verschillend zijn.

In sommige gevallen vindt een dergelijke aanpassing plaats tijdens mutatieonderhoud. In andere gevallen ligt het echter voor de hand een complex in zijn geheel aan te pakken. Kortom, de markt voor doucherenovaties is zeer divers. Op het eerste gezicht dwingt deze marktsituatie niet tot standaardisatie.

Verder lezen

ComponentRenovatie: de keuken als verbeterunit

De keuken als verbeterunit

In bestaande woningen geeft elke ruimte reeds zijn bestemming. Het aanbrengen van nieuwe installaties voor verwarming en ventilatie stuit dan ook dikwijls op problemen. Bij de huurders ontstaat terecht vaak weerstand tegen een nieuwe installatie, omdat dan bijvoorbeeld kanalen in het zicht komen. Het streven moet zijn de installatie een onopvallende plaats te geven. Een zorgvuldige, esthetische uitwerking is daarom gewenst.

Verder lezen

Succesvol energieneutraal bouwen: meer bewoner, beter bouwproces

…Samenwerking en kennisuitwisseling tussen de partijen is belangrijk bij het ontwikkelen van energieneutrale woningen en het toepassen van nieuwe technieken. Dat betekent dat ketenintegratie gedurende het hele proces moet plaatsvinden. Kennis is nu vaak verdeeld over adviseurs, leveranciers en uitvoerende bedrijven. In een goed ontwerp moet dergelijke kennis gebundeld worden, maar de gangbare aanbestedingsvorm belemmert dit teveel. Zo wordt een aannemer vaak op prijs geselecteerd. Bovendien is het voor een onderaannemer weinig aantrekkelijk om in de ontwerpfase kennis te leveren, zonder de zekerheid bij het project betrokken te blijven. Maar ook bij bouwteamconstructies blijft de samenwerking beperkt. Wel wordt inmiddels voorzichtig geëxperimenteerd met projectoverschrijdende samenwerking, waarbij investeringen over meerdere projecten kunnen worden afgeschreven.

Een voorbeeld van hoe ketenintegratie een kans krijgt is componentrenovatie, waarbij bijvoorbeeld een dakdekker en een installateur bij dakvernieuwing samen een nieuw dak aanbieden compleet met zonnecollectoren en PV-cellen en de benodigde installatie op zolder. De kwaliteit van het geheel en de aansluiting op de bestaande situatie wordt door een van de betrokken partijen gewaarborgd.

Voor lezen van de factsheets klik hier en voor de onderzoeksresultaten hier. De volledige studie ‘Schatgraven in de bestaande bouw’ kunt u downloaden op www.agentschapnl.nl.

Solar Prism duurzaam renoveren op platte en flauw hellende daken

Gebouwen verbruiken wereldwijd ongeveer 40% van alle opgewekte energie. Om de uitstoot van CO2 wereldwijd te reduceren, is het belangrijk het totale energiegebruik van de bestaande gebouwvoorraad terug te dringen. Om deze uitdaging aan te gaan zonder in te leveren op onze comfortabele levensstijl, is een nieuw modulair renovatieconcept ontwikkeld. Met de Solar Prism kunnen bestaande gebouwen met een plat of flauw hellend dak op een duurzame manier worden gerenoveerd. Solar Prism is het resultaat van gezamenlijke duurzame inspanningen van een aantal marktpartijen, waaronder VELUX, die verschillende technologieën zoals VELUX dakramen, het VELUX Solar systeem, PV cellen, een warmte terugwininstallatie en een warmtepomp combineert. Tijdens Building Holland wordt het concept voor het eerst in Nederland gepresenteerd, waarbij geïnteresseerde marktpartijen zich voor een pilot project aan kunnen melden.

Verder lezen

De innovaties voor de bestaande bouw beginnen pas

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Er worden miljarden omgezet door de toeleverende industrie bij de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad, maar de innovaties blijven bescheiden. En voor zover er sprake is van innovaties ligt de afgelopen jaren de nadruk op energiebesparing en installaties. Van een structurele aanbodgerichte markt, waarbij de ontwikkelingen gestuurd worden door het zoeken naar een betere kosten-kwaliteit verhouding in combinatie met ruimte voor maatwerk, is nog lang geen sprake. Ook de toeleverende industrie is een afwachtende partij, die haar inspanningen door de conjunctuur laten leiden in plaats van door vraagpotentie op termijn.(1)

De omvang van innovaties

Bij een terugblik in de tijd over een langere periode is het opmerkzaam hoe allerlei ontwikkelingen die nu ingezet zijn op de kwaliteit van de woningvoorraad, bepaald worden door de conjunctuur of soms de waan van de dag. Dit geldt ook voor de innovaties van de toeleverende ten aanzien van de bestaande woningvoorraad. Bijna 20 jaar lang (tussen 1985 en 2005, figuur 1) is er bijna niets gebeurt met betrekking tot het op de markt brengen van nieuwe producten. In die periode ligt de nadruk vooral op het verbeteren van de kwaliteit, respectievelijk prestaties variërend van conditiemetingen tot kwaliteitsborgingen. De toename aan innovaties in de laatste jaren scoren vooral op het gebied van energiebesparing/-reductie. Ze worden dus gestuurd door hypes. Op zich niets mis mee, als het maar een structurele bijdrage tot kwaliteitsverbetering van de bestaande woningvoorraad met zich meebrengt.

Verder lezen