Categoriearchief: Levensduurdenken

Manifest Renovatievisie 2050

een nieuw paradigma, tijd voor de opblaaswoning!

door: Sjoerd Klijn Velderman

Seriematigheid op product en ons verdienmodel hoort tot een verleden (gelukkig). Weet ook dat dit betekent dat een serie van een met een diversiteit aan proposities nodig is om aan te sluiten bij elke willekeurige behoefte. Maar waar staan we nu als product gerichte keten, geweldig in het op de markt drukken van producten die half af zijn (lees: een verduurzaamd huis is in feite ook een incompleet product). Natuurlijk zijn er al genoeg voorbeelden hoe we op een radicaal nieuwe manier met de bestaande bouw om kunnen gaan. Maar “de” oplossing bestaat niet maar “een” oplossing moet er wel komen, dat vraag om een nieuw paradigma. Nee een “senseo in de bouw” is daarbij niet genoeg, het is tijd voor de opblaaswoning!

Verder lezen

Willen we nou innoveren of willen we vriendjes worden?

door: Jan Willem van de Groep

Vriendjes worden; de discussies over ketensamenwerking volgend lijkt dat de opgave te zijn voor de vragers en makers in de bouw. De corporatie en de aannemer kruipen lekker dicht tegen elkaar aan en voilà…de ketensamenwerking is geboren. O ja…dat doen we om de faalkosten in de bouw omlaag te brengen. Maar gaat het daar nou daadwerkelijk om? Ik denk van niet. Sterker nog, ik denk dat die aanvliegroute voor veel corporatie forse governance problemen en natuurlijke weerstanden oproept.

Het grootste probleem in de bouwsector is de afwezigheid van innovatie. Ja…op productniveau wordt er voldoende geïnnoveerd. Zo was ik kortgeleden nog bij Jaga een fabrikant van warmte-afgifte systemen. Daar wordt op een indrukwekkende manier geïnnoveerd. Probleem is echter wel dat de installateurs absoluut niet snappen wat ze met die innovaties aan moeten. Dat ontwerpers en engineers niet in staat zijn die producten op een slimme manier te integreren met andere bouwproducten tot slimme integrale concepten. Concepten die door continue innovatie steeds beter en goedkoper worden, in andere sectoren een gebruikelijk fenomeen.

Verder lezen

Active House: woningen die meer geven dan nemen

Door: Haico van Nunen en Yuri van Bergen

Als we om ons heenkijken vormt de bestaande woningvoorraad onze leefomgeving voor de komende eeuw(en). Dezelfde woningen die we nu zien staan er over dertig of veertig jaar  nog steeds. Het is dan nu ook zaak om deze woningen bij een renovatie ingreep goed aan te pakken. Een lik verf volstaat dan niet meer, er moeten grote stappen gezet worden. Alleen de (energiebesparende) maatregelen nemen die voor korte termijn nodig zijn, getuigt van kortzichtigheid en weinig begrip voor de levensduur van onze woningvoorraad. De woningen moeten ook actief een rol gaan spelen bij de energieopwekking. Het Active House project Montfoort is hier een voorbeeld van.

Active House is a vision of buildings that create healthier and more comfortable lives for their occupants without negative impact on the climate – moving us towards a cleaner, healthier and safer world.’

Active House is een voorbeeld dat inzet op de lange termijn en integraliteit als onderliggende gedachte met zich meedraagt. Niet alleen energiebesparing, maar ook ruimte, licht, beleving, comfort en energieopwekking zijn een onderdeel van de oplossing en de visie op de toekomst. In Woerden wordt een van de voorbeelden gerealiseerd(1).

Verder lezen

Met een dak wordt lucht ruimte

Door: Yuri van Bergen en Karleun Liu

De economische en culturele ontwikkelingen in de maatschappij zorgen ervoor dat eisen, die aan een woning worden gesteld, voortdurend wijzigen. Bijvoorbeeld het dak dient niet langer enkel als beschermer tegen weer en wind, maar moet een oplossing bieden voor het besparen van energie, opwekken van energie, hergebruik van hemelwater en ruimte bieden voor slapen of hobby(1).

Nederland telt 7,1 miljoen woningen, waarvan circa 2,3 miljoen in bezit zijn van woningcorporaties. In Nederland domineert de eengezinswoning en zij omvat circa 70 procent van het totale bezit. Uit de periode 1950–1975 gaat het om ruim 2,5 miljoen woningen, waarvan circa 1,5 miljoen in de categorie doorzon vallen. Dat is meer dan 100 miljoen vierkante meter dak!
Het aantal partijen dat zijn diensten voor het dak aanbiedt, is gegroeid van één naar een keten van hoofd- en nevenaannemers. Samen met de opdrachtgever wordt iedere keer gezocht naar de technische en logistieke oplossingen, specifiek voor het complex. Voor de eindgebruiker is de werkwijze onnodig duur, met veel overlast, weinig keuzemogelijkheden en veel risico’s op kwaliteitstekortkomingen.

Alliantie Dak+(2) denkt met het zichtbaar en haalbaar maken van nieuwe perspectieven een aanzet te hebben gegeven voor een slim, integrale en betaalbare oplossing voor het renoveren van daken. Er wordt een oplossing geboden voor het isoleren van hellende daken van doorzonwoningen uit de periode 1950–1975. Hierbij kan door middel van styling en tuning aan de specifieke wensen van beheerder en gebruiker gehoor kan worden gegeven.

Verder lezen

van systeemwoning naar concept: een ogenschijnlijke herhaling

door: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Een serie over systeemwoningen -1-

De tijd leert het ons

In de periode 1950-1979 zijn er in Nederland ca. 450 duizend systeemwoningen gebouwd (ongeveer 15 procent van de totale woningproductie van die tijd), die vaak de naam dragen van de oorspronkelijke bouwers (ERA, WILMA, MUWI etc.). Het zijn nog steeds merken die aanduiden wat de specifieke kwaliteit van de woningen is. Het waren niet alleen bouwers die zich verbonden met dergelijke producten. Ook de bekende ‘moderne’ architecten droegen – vooral in de beginfase – hun steentje bij en gaven er hun naam aan. In de tweede fase, vanaf medio jaren zestig, is het steeds meer een ‘aannemersbouw’ geworden. Het uiterlijk kwam enigszins op de achtergrond te liggen. In die periode lag steeds meer het accent op de technische kwaliteit en het te realiseren comfort in grote hoeveelheden, in plaats van op uitstraling en identiteit. De serie van veel domineerde, terwijl we nu op zoek zijn naar de serie van één. Als we nu terugkijken in de tijd, wat kunnen we er dan van leren?

Verder lezen

Actiefhuis morgen gangbaar (2): de Toyota Prius als metafoor

Door: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

De afgelopen vijftig jaar hebben zich grote veranderingen voorgedaan in het energiegebruik in de woning. In principe werd er geleefd met de cyclus van de dag en van de seizoenen. In de jaren vijftig gingen de bewoners relatief vroeg naar bed. Veelal als de duisternis intrad. En voor zover er ’s avonds geleefd werd, betrof het veelal één vertrek met verlichting en verwarming. Het aantal elektrische apparaten bestond uit niet meer dan een eenvoudige wasmachine, een stofzuiger, een strijkijzer, een radio en, ingeval van het ontbreken van gas, een elektrisch fornuis. Het elektrisch fornuis werd tijdens het stookseizoen ingeruild voor de plattebuiskachel in de woonkeuken. Het elektraverbruik lag beneden de 500 kWh en de verwarming, uitgedrukt in kWh, bedroeg ook minder dan 2.000 kWh. In totaal ging het om zo’n 2.500 kWh equivalent. Nu, vijftig jaar later, is dit meer dan verdrievoudigd, ondanks allerlei energiebesparende maatregelen.

Verder lezen

DUURZAAMHEID IS EEN WEG, GEEN DOEL

door Martin Liebregts

Bij duurzaamheid gaat het niet om op zichzelf staande doelen, maar om een maatschappelijk en economisch verantwoorde manier van handelen. Dit blijkt wel uit het nieuws dat op ons afkomt, waarbij doelstellingen hulpmiddelen zijn om in beweging te komen.
Bijna elke dag staat er in de krant een bericht over nieuwe perspectieven ten aanzien van duurzaamheid, die tot uitdrukking komen in uiteenlopende ambities. Het meest aansprekende geluid was voor mij het verhaal van de bestuursvoorzitter van Unilever, Paul Polman. In het interview in de NRC van 15 november 2010 getiteld ‘Met dit beleid nemen we een risico’ wordt gesteld: ‘Unilever wil tot 2020 de omzet verdubbelen en de milieubelasting halveren’. Tevens stelt hij: ‘Een bedrijf moet in de pas lopen met de samenleving’. Om dit handen en voeten te geven, heeft Unilever alle producten van de hele keten geanalyseerd op hoe groot de impact is op het milieu.

Verder lezen

Het Nieuwe Bouwen

Door Jan Willem van de Groep

Het verslag van een lezing die ik kortgeleden hield over ketensamenwerking (http://tinyurl.com/6y8kd2k) leidde tot enige commotie heb ik gemerkt. Uit het verslag kan gelezen worden dat ik het fenomeen ketensamenwerking zoals dat wordt beproefd bij Com.Wonen  niet innovatief vindt. Dat is echter niet wat ik bedoelde.  Procesverandering in de bouw is bij uitstek innovatief te noemen.
In dit artikel wil ik graag uitleggen wat ik bedoel met het feit dat niet iedere vorm van ketensamenwerking leidt tot innovatie. Ik heb het dan over de innovaties die leiden tot betaalbare, effectieve en comfortabele woon/werk producten. Procesinnovatie is daarvoor een noodzakelijk middel maar zou geen doel op zich moeten zijn.

Disclaimer
Het is geenszins mijn bedoeling om in dit artikel de initiatieven die lopen rondom ketensamenwerking in een negatief daglicht te zetten. Alle initiatieven die worden opgezet rondom dit thema dragen immers bij aan de noodzakelijke mindset verandering in de bouw. Daarvoor hebben we elkaar nodig inclusief de experimenten die nu lopen.  Ik wil er echter wel voor waken dat het fenomeen ketensamenwerking gezien gaat worden als een feestje tussen opdrachtgever en bouwkundig aannemer….daar ligt nou wel de nadruk op in de publicaties die verschijnen vanuit de initiatieven bij Com.Wonen, Ymere en Woonwaard. Op zichzelf niet mis mee, maar we gaan tekort door de bocht als we veronderstellen dat daarmee alle kansen die “ketensamenwerking” voor de sector te bieden heeft, goed voor het voetlicht komen.
Dit artikel is bedoeld als aanzet tot verdere discussie. Een discussie die wat mij betreft nieuwe vormen van ketensamenwerking uitlokt die gaan behoren tot het repertoire van de vernieuwers in de bouwsector.

Verder lezen

Smile doet de gevel glimlachen

door: Martin Liebregts en Yuri van bergen

De soberheid van drie miljoen
Drie decennia lang – van 1960 tot 1990 – is aan de uitstraling en het beeld van de woningbouw weinig aandacht besteed. In die periode zijn er 3,4 miljoen woningen gebouwd, waarvan 45 procent in opdracht van de voorraad eengezinswoningen. Beperken we ons tot alleen de sociale huursector, dan is ca. 50 procent eengezinswoningen (ofwel 0,7 à 0,8 miljoen woningen). Kenmerkend voor deze woningen is een grote mate van soberheid in materiaalgebruik en detaillering. Het moet de opgave zijn om deze woningen, met respect voor het bestaande, een gezicht te geven dat duurzaam is. En aan alle eisen voor de lange toekomst voldoet.

Het woord gevel is afgeleid van het Griekse woord KEPHALE, wat hoofd betekent. In de synoniemen voor het woord gevel komt het aspect van presentatie duidelijk naar voren: gezicht, front, voorkant etc. Je probeert met de gevel alles te zeggen.

Op de markt is er geen aanbod dat de gevel als totaal beschouwt. Nog steeds gaat het in de dagelijkse praktijk om ‘losse’ onderdelen: stenen, kozijnen, luifel etc. Maar juist de samenhang van het totaal bepaalt het beeld. Het ligt in de bedoeling om een gevel als systeem met diverse marktpartijen te ontwikkelen. Een aanbod dat rekening houdt met diverse aspecten van de gevel en optimale
ruimte laat voor de keuze op projectniveau.

Verder lezen

Techneuten weten het altijd beter!

Door Sjoerd Klijn Velderman

Techneuten zijn in staat het altijd beter te weten dan de bewoners. Of nog beter, te bedenken waarom het niet zou werken voor de bewoner.
Passief, door veel techneuten vergruisde techniek. Maar als je deze bewoonster mag geloven woont zij met plezier in een comfortabele, gezonde en geluidsarme woning. En zonder bewust energiezuinig te leven is de energierekening € 100,- lager geworden…

Klik op de onderstaande afbeelding om het volledige filmpje via RENDA, kennis platform bestaande bouw te bekijken…