Categoriearchief: Serie van één

Een revolutie in de productiemethode

Auteur: Martin Liebregts

Een sprong vooruit

De titel heeft geen betrekking op de woningbouw in Nederland, maar betreft een artikel over de productiemethode van het Volkswagenconcern, waarmee de productiekosten in de nabije toekomst met 20 procent verminderen (1) (2). En wat is nu de essentie van deze revolutionaire nieuwe productiemethode? De Duitse autobouwer heeft inwisselbare bouwstenen of modules ontwikkeld, die in alle 43 kleine en middelgrote modellen passen, de zogenaamde Modularer Querbaukasten (MQB). En dit levert nu de essentiële schaalvoordelen op, die tot structurele reductie van de productiekosten leiden. Dus verregaande standaardisatie met een grote mate van differentiatie in de uiteindelijk samengestelde producten.

Verder lezen

Ketensamenwerking beperkt zich niet tot cultuur

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Meer dan cultuur

Sinds de economische crisis in 2009 de agenda in de bouwsector bepaalt, staat de ketensamenwerking er hoog op genoteerd. De partners in het veld – sociale verhuurder, adviseurs, bouwers, onderaannemers – zijn aan het zoeken om de crisis te benutten voor een nieuwe vorm van samenwerking, waarbij gerichter gebruik wordt gemaakt van de capaciteiten van de verschillende betrokkenen. En natuurlijk gaat het om kernwaarden als respect en vertrouwen, maar vooral ook om een betere kosten-kwaliteitsverhouding van het (ver-)bouwproduct. Uiteindelijk moet de bewoner (eindgebruiker) er in alle opzichten beter van worden. Het is dus meer dan een kwestie van cultuur(-verandering).

Verder lezen

B-tower wil Koude Oorlog erfgoed in Zeeuws Vlaanderen redden

Door: Hill Scholte

Door Architecture for Humanity is een internationale prijsvraag (Open Architecture Challenge 2012) uitgeschreven. In de categorie ‘small projects’ is de B-tower van Gerrit Schilder en Hill Scholte als tweede geëindigd. Zij hebben gezocht naar een passende herbestemming van de sculpturale luchtwachttorens die begin jaren vijftig zijn gebouwd.

Verder lezen

DE SERIE VAN ÉÉN, de klant/ bewoner centraal

Door: Yuri van Bergen

Lange tijd heeft de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad veel geleken op een Oost-Europese planeconomie. Een complex was ‘x’ jaar oud en volgens de boekhoudkundige planning moest er iets gebeuren. Dus kwam er een grootonderhouds- of renovatieproject. Los van de (individuele) beheergeschiedenis van de technische noodzaak en van de individuele behoeften van de bewoners, stond er ineens een productieteam bij je op de stoep. En het was nu of nooit!

Stel je komt morgen thuis en je zegt tegen je partner: ‘Ik heb met drie mensen in de straat een afspraak gemaakt en met een aannemer om volgend voorjaar de kozijnen te vervangen en de douche-uitrusting te vernieuwen. Dat scheelt toch mooi 10 procent.’ Terwijl jouw partner volgend voorjaar heel andere plannen heeft (bijvoorbeeld een reis door Europa). Wat denk je dat er dan gebeurt? Duidelijk, dit wordt nooit zo uitgevoerd.

En ingeval van de sociale huurdersector hebben zij allerlei eenzijdige technische argumenten waarom het alleen zo kan. Maar als we morgen met elkaar afspreken dat de eenheid de afzonderlijke woning wordt, zal de praktijk zich hier snel naar gaan voegen, want dat wordt dan de opgave waarop kwaliteitsaanpassing plaats gaat vinden. Een praktijk die bij eigenaar-bewoners altijd al de benadering vormde. En als jezelf eigenaar-bewoner bent, weet je dat met het ritme van een nieuwe eigenaar na twintig à dertig jaar de woning volledig op de schop gaat, zoals we dat in gewoon Nederlands noemen. Alleen het probleem hierbij is vaak dat je als particulier nog steeds zelf moet proberen je kwaliteitsaanpassing kloppend te krijgen. Hier overheerst nog vaak de beun en doe-het-zelfmarkt. Het verbaast niemand dat de verbouwing van een keuken drie maanden duurt. Stel je voor. Je brengt de auto weg voor reparatie en het gaat een maand duren voor de monteur alle spullen verzameld heeft om de reparatie uit te voeren. Je zou de tv ermee halen.

Nu terug naar ‘De serie van één’. Het gaat hierbij om dat de klant bepaalt wat de aard, de omvang en het moment van kwaliteitsaanpassing wordt, tegen een goede kosten-kwaliteitsverhouding.

Deze column is geschreven naar aanleiding van het initiatief rendakaffee. Rendakaffee is een inspirerende omgeving waar de nieuwe generatie vakbroeders kennis kan delen, problemen kunnen aanpakken en ervaringen delen. De komende editie wordt gehouden in Grand Café Usine in Eindhoven ! Meld je aan en doe met ons mee!

De Alliantie Dak+ geeft antwoord

Auteurs: Karleun Liu en Jelle Persoon

De praktijk van onderhoud en renovatie verandert. De complex gewijze aanpak van bijvoorbeeld dak vervanging zal steeds meer plaats moeten maken voor een aanpak met ruimte voor de gewenste kwaliteit van de individuele bewoner. Tijdstip van uitvoer en realiseren van gewenste voorzieningen van extra dakraam tot pv-cellen worden variabelen die leiden tot een serie van één.
 
Hoe kom je tot een kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar aanbod bij een dergelijke serie van één? Een aanbod, waarbij niet alleen de technische kwaliteit en de prijs worden geborgd, maar waarbij de architectonische kwaliteit (beeldkwaliteit) net zo belangrijk is.


Verder lezen

SCENARIO’S EN DILEMMA’S, De toekomst van de woningaanpassing

Auteur: Martin Liebregts

De afgelopen 50 à 60 jaar is de maatschappij voortdurend bezig geweest met de voorspelling van de toekomst. Allerlei modellen zijn gebouwd om dergelijke voorspellingen ook te vertalen naar economische grootheden en de mogelijke welvaart, die ermee gepaard kan gaan. Om greep op deze toekomst te krijgen worden er scenario’s opgesteld ofwel verhaallijnen ontwikkeld in verschillende varianten om licht op de toekomst te werpen. Het woord scenario, afgeleid van het Grieks skènè, houdt verband met het toneel en vormt in wezen het schema, waarlangs de opeen volgende scenes zich afspelen ofwel van de te veronderstellen loop der gebeurtenissen. Nu zijn er in de loop der jaren allerlei methoden ontwikkeld om iets over de toekomst te kunnen zeggen of inschattingen ervan van enige onderbouwing te voorzien (1). In dit kader gaat het niet om exacte wetenschap maar staat centraal het ontwikkelen van meer begrip over de toekomst van het wonen en de consequenties voor de aanpassingsbehoefte van de woningvoorraad (1, 2 en 3).

Verder lezen

De serie van één: van plannen naar inpassen

Auteurs: Martin Liebregts en Sandra Arts

Decennia lang heeft de uniformiteit overheerst in de woningbouw. Dit geldt ook voor de praktijk van de renovatie. Het gemiddelde bepaalde de plannen en het percentage van de noodzakelijke deelname aan de renovatie, zorgde ervoor dat alles naar het gemiddelde verschoof. Geleidelijk aan neemt de gedachte toe, dat verschillen het leven en het wonen kleur geven en dat beperkt zich niet tot de voordeur. Vooral nu de eigenaar-bewoner de dominante positie op de woningmarkt is geworden (60 procent), begint het ook in de huursector door te dringen dat ook in dit segment veel ruimte voor contrasten nodig zijn. Zoals een stad het resultaat is van wat bewoners in de opeenvolgende perioden nastreefden, zo geldt dat ook voor de buurt en de afzonderlijke woningen. Uiteindelijk wordt het beeld niet bepaald door wat enkele deskundigen als zinvol of mooi beschouwen, maar is dit het resultaat van de inspanningen van velen.
Verder lezen

FRESHRENOVATIE 1.0 upcycling biedt portiekflats een hoogwaardiger nieuw leven

Auteurs: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

De afgelopen decennia zijn er door de BouwhulpGroep duizenden portiekflats gerenoveerd, verspreid over het land. Op allerlei onderdelen zijn in die periode nieuwe oplossingen bedacht en toegepast. In alle situaties speelden beeldkwaliteit en energiebesparing een essentiële rol. Het is in wezen een vanzelfsprekendheid dat hier aandacht voor is. Maar er is meer nodig om de toekomstwaarde van portiekflats structureel te verbeteren. De ondertitel zegt het al door de introductie van het begrip ‘upcycling’(1).

Op componentniveau zijn dus in de periode 1990-2010 diverse vernieuwingen gerealiseerd (2). De flexibiliteit van de constructie is verruimd (flexibele doorbraak); voor keuken, douche en woninginstallatie zijn geïntegreerde oplossingen bedacht; op allerlei manieren zijn liften bijgeplaatst (intern of extern); diverse vormen van balkonvergroting zijn geïntroduceerd etc.

Maar nog steeds vindt bij de aanpak van de portiekflat in de praktijk een voortdurende heroverweging op projectniveau plaats, omdat een of meerdere passende concepten voor het geheel ontbreken.Voor de BouwhulpGroep is dit aanleiding geweest om een sprong voorwaarts te maken en de portiekflats een nieuw leven te geven met meerwaarde, in de vorm van het concept ‘FRESHRENOVATIE 1.0’. Door upcycling wordt optimaal gebruik gemaakt van het bestaande en het geheel wordt opgeschaald met meerwaarde (3).

Verder lezen

SMARTRENOVATIE 1.0 de introductie van een duurzaam renovatieconcept als motor voor innovatie

Auteurs: Yuri van Bergen en Martin Liebregts

Van E’novatie naar Smartrenovatie

Al tientallen jaren is de BouwhulpGroep actief op het terrein van renovatie, energiebesparing en duurzaamheid. Zo was ze als coördinator nauw betrokken bij het E’novatieprogramma in de periode 1988 tot 1992 en recent als adviseur en architect bij Active House.
Ondertussen zijn op allerlei deelterreinen – zoals ‘De serie van één’, Alliantie Dak+ met Panzer, Alliantie Gevel+ met SMILE – in samenwerking met marktpartijen oplossingen ontwikkeld, die de nieuwe manier van renoveren mogelijk maken, met respect voor de wensen van de huidige bewoner en met oog voor een duurzame toekomst. Het concept heeft de naam gekregen ‘Smartrenovatie 1.0’, omdat dit product zich in de tijd voortdurend zal ontwikkelen en morgen bij wijze van spreken weer aangepast wordt. De publicatie over ‘Smartrenovatie 1.0’ zal plaatsvinden in september 2012. De komende drie maanden zullen benut worden om tot een goede afstemming met de marktpartijen te komen.

Verder lezen

De beperking van het gemiddelde in de woningbouw

Veel van hetzelfde

Onlangs sprak ik een goede kennis over de nieuwe ‘conceptuele’ aanbestedingsvorm. Zijn eerste reactie was: Het aanbod is altijd hetzelfde, alleen de gevel verschilt wat.
Van innovatie is geen sprake. De zoektocht vanuit het aanbod is gericht op de gemiddelde vraag, zoals die door de professionals wordt ingevuld. Dit geldt zowel voor aanbieders (bouwers, ontwikkelaars) als voor vragers (corporaties, beleggers). Vanuit dat oogpunt beweegt er nog weinig en zijn we met z’n allen bezig de volkswoning in drie prijsklassen in te delen. Dit geldt zowel voor nieuwbouw als voor renovatie. Vanuit de aanbieder wordt gezegd dat dit de wens is van de markt en vanuit de professionele opdrachtgever wordt alleen gedacht aan de ‘gemiddelde’ bewoner. Het zijn op deze wijze bijna dezelfde ingrediënten waarop in het verleden in Oost Europa de planeconomie gestuurd werd. Het eeuwige gemiddelde domineerde daar de markt.

Verder lezen