Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen
In de naoorlogse periode is het hellend dak bijna gereduceerd tot een zadeldak van 30 of 45º of werd in de geest van het Nieuwe Bouwen vervangen door platte daken. En nog steeds wordt er sober omgegaan met de beeldkracht van de hellende – veelal keramische daken. Vanaf de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd hellend vooral gezien als een goedkope manier om kubieke meters te maken. Zij vormden zo een goedkoop alternatief voor de gemetselde gevel. Ook bij keuze van het afdekkingsmateriaal heeft jaren de goedkope oplossing de boventoon gevoerd. En nu anno 2012 dringt het besef door dat het hellend dak ook een belangrijke rol kan spelen in het beeld van de woning, de straat of wijk. Nog steeds roept het spel van de daken van oudere steden en dorpen een prettig gevoel op bij de toeschouwer (belevingskwaliteit). De kans bij de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad is er in gelegen, het dak als beeld vol emotie weer een plaats te geven in de gebouwde omgeving. Maar het dak biedt meerdere mogelijkheden.
Zo onderzoekt Aedes serieus om de 2,4 miljoen huurwoningen in samenwerking met de corporaties te gaan voorzien van zonnepanelen.
Het project is ‘Zonnig Huren’ gedoopt. De kunst zit erin gelegen om beeld, ruimte en energie een integraal onderdeel te laten zijn in het nieuwe aanbod dat wordt ontwikkeld. Juist in de integratie van de verschillende kwaliteiten moet de kracht liggen.
Voor de komende periode is voldoende werk om dit nieuwe aanbod te gaan ontwikkelen, waarbij schoonheid in detail gecombineerd wordt met comfort en duurzaamheid. En dan ligt de oplossing niet altijd in het stapelen van materialen. Het beeld effect hiervan is nu genoeglijk bekend. Er zullen nieuwe deelproducten en/of geïntegreerde componenten bedacht moeten worden om een passend antwoord te geven. We zullen er nu aan moeten beginnen om binnen vijf á tien jaar de gebouwde omgeving te kunnen verrijken met nieuw aanbod.