Auteur: Rolijn van Vught
De afgelopen maand zijn er verschillende publicaties van mijn hand via Hollands Ontwerp verschenen. Allen gaven een kritische blik op ketensamenwerking in de woningcorporatie- en bouwindustrie, het onderwerp van mijn afstudeeropdracht. Na 8 maanden, lag in mei 2014 het eindrapport op tafel. En dat resultaat wil ik in hoofdlijnen ook graag met jullie delen.
Een van de belangrijkste bevindingen in mijn onderzoek is dat er geen standaardoplossing is voor de samenwerking rondom bouwprojecten. Daarom moet een woningcorporatie elk project afzonderlijk bekijken en beoordelen. Een opdrachtgever moet voor zichzelf de vraag stellen: “In hoeverre is dit bouwproject kennisintensief en complex?”. En aan de hand daarvan, kan een strategie worden gekozen met betrekking tot de samenwerking in het bouwproject en de aanbesteding van het bouwproject. Dit resulteert in twee strategieën voor bouwprojecten:
- Voor kennisintensieve en complexe bouwprojecten wijst mijn onderzoek uit dat woningcorporaties zowel competitie als samenwerking moeten aan gaan met de opdrachtnemers. Het is wenselijke de uitvraag op basis van functionele specificatie te doen en voor de aanbesteding verschillende partijen te selecteren. Echter er moet een vroegtijdige selectie van de opdrachtnemer plaatsvinden, zodat deze betrokken kan worden in het ontwerpproces van het project. Het is belangrijk om de kennis van de opdrachtnemer nuttig te gebruiken.
- Voor niet-kennisintensieve en makkelijke bouwprojecten wijst mijn onderzoek uit dat woningcorporaties met name moet inzetten op competitie. Dit zijn veelal routinewerkzaamheden voor opdrachtnemers. De aanbesteding zal daarom ook meer draaien om het vinden van een opdrachtnemer die een lage prijs biedt met goede kwaliteit. De samenwerking tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer speelt geen grote rol in dit soort projecten, want er hoeft geen tot weinig kennis worden overgedragen.
Naast het ontwikkelen van deze twee strategieën, viel mij tijdens mijn onderzoek ook op dat er bij bouwproject weinig tot geen gebruik gemaakt wordt van BIM-software. Dit viel mij enigszins tegen, want ik had tijdens mijn studie immers veel gelezen over de mooie mogelijkheden van BIM. Helaas zijn er veel verschillende soorten BIM-software, waardoor het een grote investering is voor opdrachtgever en opdrachtnemer om dit aan te schaffen. Echter bij kennisintensieve en complexe bouwprojecten kan BIM-software echt iets toevoegen en een hoop ruis op de lijn wegnemen, want op deze manier kan kennis echt gedeeld worden. En als er kennis wordt gedeeld, is sprake van echte samenwerking!
De uitgebreide samenvatting van het afstudeeronderzoek van Rolijn van Vught is hier te lezen.