Door: Sjoerd KlijnVelderman
De afgelopen maanden hebben weer flink in het teken gestaan van selecties waar natuurlijk alle registers los gaan om het mooiste, beste, goedkoopste plan te maken. Als conceptaanbieder hebben we geluk dat “onder de motorkap” het wel goed zit, eigenlijk is de afwijking op hetgeen we al wisten wat het moeilijk maakt.
Dat die afwijking nu vooral bestaat uit onderzoeken “wie is de klant, wat wil de klant nu echt en hoe vertaald dat zich tot ons concept” heeft mij aan het nadenken gezet. Als ik nu even terug kijk op wat meedoen aan een selectie gemiddeld kost kan ik vaststellen dat van het bedrag wat wij gemiddeld per woning uitgegeven hebben ten tijde van de selectie ik een leuke vakantie had kunnen boeken, leg dat maar eens uit aan een huurder die een huurverhoging moet betalen voor energetische maatregelen!
Verder analyserend kwam ik erachter dat veel mensen eigenlijk niet zo goed weten “wat” ze willen! Uitgaande van die waarheid is het interessant om te constateren dat, ondanks die wetenschap, we erg ons best doen om een antwoord te geven op een behoefte die zelfs voor de degene die erom vraagt nog niet zo scherp is. Gaan we terug naar oude marketingstrategieën dan komen we er achter dat “achterhalen wat een klant vooral niet heeft of wilt” veel effectiever is om begrepen te worden!
Nu weet ik globaal genomen dat bijvoorbeeld corporaties liever niet het gevoel hebben te veel te betalen, of geen keuze te hebben, huurders die zich niet gehoord of begrepen voelen, onduidelijkheid over wat wel en wat niet inclusief is (denk maar aan de ouderwetse meer en minderlijsten) en lange processen met veel overlast. Met dat in mijn achterhoofd denk ik dat het omdraaien van de keten een reële optie kan zijn.
Stel je voor dat wij een aanbod hebben van een aantal ontwerpvarianten, gefaseerd door te voeren en in een aaneengeregen proces aanbieden zou dat dus moeten werken. Nu beschikken wij over zo’n aanbod en hoef ik dus alleen maar aanmeldingen te hebben van corporaties die hun bezit inbrengen en eigenlijk alleen het interne besluitvormingsproces moeten managen en daarmee veel besparen (tijd, geld en grijze gebieden). Laten we beginnen met het type vaneg, we hebben nog plek in de bouwstroom, wie durft?