door: Martin Liebregts en Yuri van bergen
De soberheid van drie miljoen
Drie decennia lang – van 1960 tot 1990 – is aan de uitstraling en het beeld van de woningbouw weinig aandacht besteed. In die periode zijn er 3,4 miljoen woningen gebouwd, waarvan 45 procent in opdracht van de voorraad eengezinswoningen. Beperken we ons tot alleen de sociale huursector, dan is ca. 50 procent eengezinswoningen (ofwel 0,7 à 0,8 miljoen woningen). Kenmerkend voor deze woningen is een grote mate van soberheid in materiaalgebruik en detaillering. Het moet de opgave zijn om deze woningen, met respect voor het bestaande, een gezicht te geven dat duurzaam is. En aan alle eisen voor de lange toekomst voldoet.
Het woord gevel is afgeleid van het Griekse woord KEPHALE, wat hoofd betekent. In de synoniemen voor het woord gevel komt het aspect van presentatie duidelijk naar voren: gezicht, front, voorkant etc. Je probeert met de gevel alles te zeggen.
Op de markt is er geen aanbod dat de gevel als totaal beschouwt. Nog steeds gaat het in de dagelijkse praktijk om ‘losse’ onderdelen: stenen, kozijnen, luifel etc. Maar juist de samenhang van het totaal bepaalt het beeld. Het ligt in de bedoeling om een gevel als systeem met diverse marktpartijen te ontwikkelen. Een aanbod dat rekening houdt met diverse aspecten van de gevel en optimale
ruimte laat voor de keuze op projectniveau.
Zeven verhalen over de gevel
De gevel houdt meerdere verhalen in. Het gaat niet alleen over onderhoud of energiebesparing. Het totaal van de verhalen geeft aan de gevel de gewenste verbeelding.
- Uiterlijk mag er weer zijn: hiermee toon je je aan de buitenwereld. In de stad is de voorgevel veelal van speciaal materiaal gemaakt. Je pronkt met je (voor)gevel. Zeker als een huis (woning) is opgebouwd uit een of andere steensoort. Op dat moment ben je ‘steenrijk’. (Met het dak was je al onder de pannen.)
- Duurzaamheid vraagt om een passend antwoord: een zorgvuldig vormgegeven gevel gaat geen dertig, geen zestig maar meer dan honderd jaar mee. Bij de keuze van de oplossing moet de inzet voor de langere termijn voorop staan.
- Energie houdt je binnen: de gevel is ook een soort jas, die je warmte geeft, de trui van de woning. De isolatiewaarde is dus essentieel om warmteverlies tegen te gaan.
- Energie van buiten moet je benutten als welkome warmte: bij de confrontatie van je huid en je hoofd met de zon tracht je je te beschermen door een hoed en factor 15 of 20. Bij de gevel gaat het om twee tegengestelde zaken.Ter plaatse van ramen, ofwel gevelopeningen wil je beschutting. Misschien is zonwering met PV-cellen (flinterdun) wel de toekomst.Het benutten van de energie (opwarming), ofwel de gevel als
trombewand of iets dergelijks. - Geluid moet niet storen: zeker in stedelijke milieus zijn geluidsisolerende eigenschappen van een gevel essentieel. Je moet van je rust kunnen genieten, als je dat wilt.
- Uitzicht en daglicht zonder inkijk: in de Nederlandse woningbouw is niet altijd duidelijk of het over uitzicht of inkijk gaat. Zeker bij de doorzonwoning, waarbij de gordijnen niet dicht zijn, lijkt het ook om inkijk te gaan. Maar in het algemeen gaat het om uitzicht op straat en buitenleven.
Er gaat niets boven daglicht. Het geeft tinteling aan het wonen binnen. Als de zon schijnt en dat is zichtbaar binnen, dan is het een feest in het voor- en najaar. Daglicht beïnvloedt het humeur. - Ventileren afwisselen met luchten: soms wil je je hoofd even buiten steken om de buitenwereld te proeven en weer een fris hoofd te krijgen. Ook daar moet de gevel ruimte voor bieden.
En natuurlijk moet de gevel beschermen tegen weer en wind. Maar deze (basis)eigenschap is een vanzelfsprekendheid.