Tagarchief: BouwhulpGroep

De systeemwoningen in de verdrukking

Een serie over systeemwoningen -2-

Zoals reeds in het eerste artikel ‘Van systeemwoning naar concept: de ogenschijnlijke herhaling’ in deze serie is aangegeven, zijn in de periode 1950-1975 circa 450 duizend systeemwoningen gebouwd (1). In de afgelopen decennia (1990 tot nu) is dit aantal structureel afgenomen door sloop. De inschatting is dat zo’n 20 procent verdwenen is door sloop en dat in de nabije toekomst nog eens zo’n 20 procent dit lot zal ondergaan (2). Dit houdt in, dat de kwaliteitsaanpassing zich zal beperken tot maximaal 60 procent van de gerealiseerde systeemwoningen in het verleden. En hiervan is reeds een substantieel deel structureel aangepakt in de afgelopen tien à vijftien jaar (stel 10 procent). De aandacht zal in de nabije toekomst naar zo’n 200 à 250 duizend systeemwoningen gaan, die om een ingrijpende aanpassing vragen en op die wijze als woning weer een lange periode dienst kunnen doen op de woningmarkt.
Verder lezen

Ontwerp en uitvoering, van worsteling naar samenwerking

Auteurs: Jelle Persoon en Johan Lemmens

serie over kwaliteitssturing deel – 2 –

De traditionele samenwerkingsverbanden en rolverdeling in de bouw staan weer ter discussie. Verantwoordelijkheden verschuiven met als doel de ruimte voor verbetering van de kosten-kwaliteitsverhouding te scheppen. De opdrachtgever richt zich meer op de prestaties die zijn gewenst en het bouwbedrijf richt zich op het realiseren van de prestaties. Waar blijft nu de architect? Traditioneel maakt hij het plan met bestek en tekeningen en hiermee wordt zowel de vorm als de techniek vastgelegd. De praktijk laat ons de zwakke plekken van deze constructie zien. De aannemer schrijft in op de aanbesteding zonder het plan helemaal te doorgronden en geeft een prijs. Daarna begint het spel. Het spel gaat dan om een goede kosten-prijsverhouding. De aannemer probeert dit door planaanpassingen en meerwerk te veroveren. De architect probeert zijn plan overeind te houden. De worsteling is begonnen: de architect doet het mooi maar mist de techniek en de aannemer kent de technische trucjes. Het resultaat van dit worstelen is helaas vaak af te zien aan de kwaliteit van het gerealiseerde gebouw. Ellenlange opleverlijsten, veel nazorg en hoge onderhoudskosten.

Verder lezen

De dilemma’s bij de overgang van moeten naar kunnen

Het derde Orakel van Delphi stond in het teken van ‘ketensamenwerking en energiebesparing’. Drie renovatiepraktijken werden belicht door bouwers die in de vorm van ketensamenwerking aan de gepresenteerde projecten gewerkt hebben.

De dilemma’s, ofwel de moeilijke keuze uit twee mogelijkheden, hebben vooral betrekking op de competentie, ambitie en mogelijkheden en de bijbehorende speelruimte, die gelden voor de participanten in de keten. Want de spelregels over de inbreng die van de ketenpartners verwacht wordt, zijn niet of bijna niet expliciet benoemd. Vooral voor de energetische kwaliteit is het van belang dat de samenwerking uitnodigt om de grenzen van de mogelijkheden te zoeken. Dit geldt in wezen voor de gehele kwaliteit. Niet het verleden moet het richtsnoer zijn, maar de nieuwe mogelijkheden. In die zin mag bij ketensamenwerking meer aandacht besteed worden aan het benutten van de mogelijkheden. Minder praten over labels, meer denken aan de realiseerbaarheid van de stappen op weg naar energieneutraliteit. Dus minder moeten en meer nadruk leggen op het kunnen, en de ontdekking van nieuwe perspectieven.
Het bijzondere is dat zo’n discussie zich automatisch ontwikkelt als gezamenlijk gekeken wordt naar de bestaande praktijk, met oog voor de stip op de horizon.

Het Orakel van Delphi is een initiatief en idee van de BouwhulpGroep en wordt in samenwerking met VNU Exhibitions en het kennisplatform RENDA georganiseerd.

Een keten van energie…

Vandaag vindt voor de derde maal het Orakel van Delphi plaats. Het podium is de Energievakbeurs in ‘s Hertogenbosch. Drie bouwers presenteren hier hun dilemma’s aan een panel van opdrachtgevers rond de thema’s ENERGIE en KETENINTEGRATIE. In de traditie van het Orakel van Delphi van ruim twee duizend jaar geleden, poogt dit orakel zienswijzen boven tafel te brengen, die je normaal gesproken niet ziet. De verfrissende nieuwe kijk van het event moet de praktijk van energie en ketenintegratie nieuw elan geven.

De bouwers Ballast Nedam, Huybregts Relou en VolkerWessels bieden tijdens het orakel –onder leiding van de BouwhulpGroep- een praktijkvoorbeeld aan het panel met de erbij behorende dilemma’s. Welke dilemma’s komen zij tegen in hun dagelijkse praktijk en zien de opdrachtgevers dit ook als een dilemma. Of weten zij wellicht de oplossing. Het spel tussen de deelnemers brengt nieuwe horizonnen in het vizier.

Het panel van wijze personen wordt deze editie gevormd door Nina Viegers, Manager Vastgoed WonenBreburg – Dik Roetert Steenbruggen Adviseur innovatie en duurzaamheid De Woonplaats – Nico van Ginkel Vastgoed ontwikkelaar Portaal en Jan Willem van de Groep Programmaregisseur Energiesprong Platform 31. Vanuit hun kennis en ervaring zullen zij reageren op de dilemma’s.

Verder lezen

Renoveren is meer dan bouwen

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Woonserviceconcept als dienstverlening

Bij groot onderhouds- en renovatieplannen staat het bestek vol met technische gegevens. Er wordt weinig aandacht besteed aan het welbevinden van de bewoner. De handelingen beperken zich tot het minimaliseren van overlast, het gebruik van stofschotten en het beschermen van vloeren. En dan heb je het wel gehad. Terwijl de renovatie bedacht wordt om het woongenot van de bewoner te verbeteren. Over de hele dienstverlening aan de bewoner wordt slechts weinig geregeld tussen opdrachtgever en aanbieder. En juist de specifieke dienstverlening moet de onderscheidende kwaliteit kunnen vormen. Een portie frites wordt anders opgediend bij een cafetaria dan in een restaurant, hoewel de smaak en hoeveelheid identiek kunnen zijn.

Verder lezen

Een revolutie in de productiemethode

Auteur: Martin Liebregts

Een sprong vooruit

De titel heeft geen betrekking op de woningbouw in Nederland, maar betreft een artikel over de productiemethode van het Volkswagenconcern, waarmee de productiekosten in de nabije toekomst met 20 procent verminderen (1) (2). En wat is nu de essentie van deze revolutionaire nieuwe productiemethode? De Duitse autobouwer heeft inwisselbare bouwstenen of modules ontwikkeld, die in alle 43 kleine en middelgrote modellen passen, de zogenaamde Modularer Querbaukasten (MQB). En dit levert nu de essentiële schaalvoordelen op, die tot structurele reductie van de productiekosten leiden. Dus verregaande standaardisatie met een grote mate van differentiatie in de uiteindelijk samengestelde producten.

Verder lezen

TIENDUIZEND-URENREGEL ALS BASIS VOOR VERNIEUWING

Auteur: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Het begint met transpiratie
In principe moet je hard werken om tot nieuwe inzichten te komen. Eureka ontstaat omdat je voortdurend met het onderwerp bezig bent. Dat wordt vaak vergeten bij allerlei sessies waarbij gebrainstormd wordt, zonder dat de betrokkenen beschikken over voldoende kennis en kunde. Ofwel zonder dat de aanwezigen het verdiend hebben om op Olympisch niveau te opereren. Om tot een nieuw idee te komen of een prestatie op niveau te leveren, wordt weleens de tienduizend-urenregel gehanteerd. Je moet een lange periode met de materie bezig zijn om tot nieuwe dingen te komen (1). In jaren uitgedrukt houdt dit in dat je minimaal vijf jaar bezig bent met het werk om tot vernieuwde inzichten te komen. En dan is er geen sprake van een bijbaantje. Voortdurend moet je van standpunt of gezichtspunt kunnen veranderen om de nieuwe verbanden te ontdekken. In die zin is de zoektocht naar een nieuwe idee, die de basis kan vormen voor innovatie, een weg met veel transpiratie, gebaseerd op inspiratie, of van je vak houden.
Zeker op het terrein van bouwen en wonen, wordt dit principe nog weleens vergeten. Iedereen woont, iedereen (ver)bouwt weleens wat, dus iedereen is een deskundige. Eenieder die dit dacht, moet worden teleurgesteld.
Tegelijkertijd is de zoektocht naar nieuwe vormen van creatief samenwerken volop in gang. In onze praktijk onderscheiden we twee vormen. De karakterworkshop met een ontwikkelregisseur en de co-engineering met een ontwerpregisseur (2). In het eerste geval gaat het erom de opgave scherp te krijgen en te vertalen naar een concept. In de tweede situatie betreft het de technische vertaling vanuit verschillende disciplines.

Verder lezen

Ketensamenwerking beperkt zich niet tot cultuur

Auteurs: Martin Liebregts en Yuri van Bergen

Meer dan cultuur

Sinds de economische crisis in 2009 de agenda in de bouwsector bepaalt, staat de ketensamenwerking er hoog op genoteerd. De partners in het veld – sociale verhuurder, adviseurs, bouwers, onderaannemers – zijn aan het zoeken om de crisis te benutten voor een nieuwe vorm van samenwerking, waarbij gerichter gebruik wordt gemaakt van de capaciteiten van de verschillende betrokkenen. En natuurlijk gaat het om kernwaarden als respect en vertrouwen, maar vooral ook om een betere kosten-kwaliteitsverhouding van het (ver-)bouwproduct. Uiteindelijk moet de bewoner (eindgebruiker) er in alle opzichten beter van worden. Het is dus meer dan een kwestie van cultuur(-verandering).

Verder lezen

DE SERIE VAN ÉÉN, de klant/ bewoner centraal

Door: Yuri van Bergen

Lange tijd heeft de kwaliteitsaanpassing van de bestaande woningvoorraad veel geleken op een Oost-Europese planeconomie. Een complex was ‘x’ jaar oud en volgens de boekhoudkundige planning moest er iets gebeuren. Dus kwam er een grootonderhouds- of renovatieproject. Los van de (individuele) beheergeschiedenis van de technische noodzaak en van de individuele behoeften van de bewoners, stond er ineens een productieteam bij je op de stoep. En het was nu of nooit!

Stel je komt morgen thuis en je zegt tegen je partner: ‘Ik heb met drie mensen in de straat een afspraak gemaakt en met een aannemer om volgend voorjaar de kozijnen te vervangen en de douche-uitrusting te vernieuwen. Dat scheelt toch mooi 10 procent.’ Terwijl jouw partner volgend voorjaar heel andere plannen heeft (bijvoorbeeld een reis door Europa). Wat denk je dat er dan gebeurt? Duidelijk, dit wordt nooit zo uitgevoerd.

En ingeval van de sociale huurdersector hebben zij allerlei eenzijdige technische argumenten waarom het alleen zo kan. Maar als we morgen met elkaar afspreken dat de eenheid de afzonderlijke woning wordt, zal de praktijk zich hier snel naar gaan voegen, want dat wordt dan de opgave waarop kwaliteitsaanpassing plaats gaat vinden. Een praktijk die bij eigenaar-bewoners altijd al de benadering vormde. En als jezelf eigenaar-bewoner bent, weet je dat met het ritme van een nieuwe eigenaar na twintig à dertig jaar de woning volledig op de schop gaat, zoals we dat in gewoon Nederlands noemen. Alleen het probleem hierbij is vaak dat je als particulier nog steeds zelf moet proberen je kwaliteitsaanpassing kloppend te krijgen. Hier overheerst nog vaak de beun en doe-het-zelfmarkt. Het verbaast niemand dat de verbouwing van een keuken drie maanden duurt. Stel je voor. Je brengt de auto weg voor reparatie en het gaat een maand duren voor de monteur alle spullen verzameld heeft om de reparatie uit te voeren. Je zou de tv ermee halen.

Nu terug naar ‘De serie van één’. Het gaat hierbij om dat de klant bepaalt wat de aard, de omvang en het moment van kwaliteitsaanpassing wordt, tegen een goede kosten-kwaliteitsverhouding.

Deze column is geschreven naar aanleiding van het initiatief rendakaffee. Rendakaffee is een inspirerende omgeving waar de nieuwe generatie vakbroeders kennis kan delen, problemen kunnen aanpakken en ervaringen delen. De komende editie wordt gehouden in Grand Café Usine in Eindhoven ! Meld je aan en doe met ons mee!

De Alliantie Dak+ geeft antwoord

Auteurs: Karleun Liu en Jelle Persoon

De praktijk van onderhoud en renovatie verandert. De complex gewijze aanpak van bijvoorbeeld dak vervanging zal steeds meer plaats moeten maken voor een aanpak met ruimte voor de gewenste kwaliteit van de individuele bewoner. Tijdstip van uitvoer en realiseren van gewenste voorzieningen van extra dakraam tot pv-cellen worden variabelen die leiden tot een serie van één.
 
Hoe kom je tot een kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar aanbod bij een dergelijke serie van één? Een aanbod, waarbij niet alleen de technische kwaliteit en de prijs worden geborgd, maar waarbij de architectonische kwaliteit (beeldkwaliteit) net zo belangrijk is.


Verder lezen