Door: Martin Liebregts en Yuri van Bergen
De afgelopen vijftig jaar hebben zich grote veranderingen voorgedaan in het energiegebruik in de woning. In principe werd er geleefd met de cyclus van de dag en van de seizoenen. In de jaren vijftig gingen de bewoners relatief vroeg naar bed. Veelal als de duisternis intrad. En voor zover er ’s avonds geleefd werd, betrof het veelal één vertrek met verlichting en verwarming. Het aantal elektrische apparaten bestond uit niet meer dan een eenvoudige wasmachine, een stofzuiger, een strijkijzer, een radio en, ingeval van het ontbreken van gas, een elektrisch fornuis. Het elektrisch fornuis werd tijdens het stookseizoen ingeruild voor de plattebuiskachel in de woonkeuken. Het elektraverbruik lag beneden de 500 kWh en de verwarming, uitgedrukt in kWh, bedroeg ook minder dan 2.000 kWh. In totaal ging het om zo’n 2.500 kWh equivalent. Nu, vijftig jaar later, is dit meer dan verdrievoudigd, ondanks allerlei energiebesparende maatregelen.