Tagarchief: Renovatie

SYSTEEM ROTTINGHUIS, EEN KIND VAN ZIJN TIJD

Een serie over systeemwoningen -12-

Van portiek naar galerij

Het systeem ‘Rottinghuis’ is te typeren als een montagebouwmethode voor de middelhoogbouw, waarbij geprefabriceerde betonnen wanden en vloeren op het werk met een kraan worden gemonteerd. De gevel is veelal uitgevoerd in een op de bouwplaats gemetselde constructie. De eerste toepassingen dateren van 1949 (Groningen) en tot begin jaren zeventig zijn er circa 17 duizend woningen gebouwd, vooral in Groningen (35 procent), Zuid-Holland (40 procent) en Noord-Brabant (25 procent)(1).

Het systeem Rottinghuis is een kind van zijn tijd. In eerste instantie overheerste de portieketagewoning, al of niet gecombineerd op kleine schaal met experimenten. Te denken valt aan de triplex-woningen of de toepassing van een gemeenschappelijke waskeuken en een gemeenschappelijke speelhoek in het complex Florakade te Groningen. De portieketagewoningen kunnen wel of niet beschikken over een wisselbeuk. In principe zijn alle ‘portieksmaken’ vertegenwoordigd. Eind jaren vijftig doet de galerijwoning zijn intrede (1956) en dit woningtype zal uiteindelijk dominant worden

BouwhulpGroep Systeemwoning Rottinghuis - foto's IBC gecombineerd

Verder lezen

Energiearme concepten trekken de woningmarkt weer vlot

Woningen zijn te duur. De verwachting is dat de prijzen nog verder dalen omdat mogelijke kopers onvoldoende hypotheek krijgen en verhuurders worstelen met onrendabele exploitaties. Grondbezitters verlagen aarzelend hun prijzen, beleggers nemen met wat minder rendement genoegen, maar vooral aanbieders van concepten reageren met woningconcepten die al tot 25% betere prijs/prestatie hebben. Er zijn inmiddels alleszins betaalbare energiearme oplossingen beschikbaar, zowel voor nieuwbouw als renovatie. Als deze mogelijkheden worden benut kan de woningmarkt daardoor weer opleven. Door nodeloze kosten te vermijden, (onnodige woonlasten, overbodige afschrijvingen op de grond) komen we sneller uit de crisis. Omdat van deze vernieuwende concepten nog te weinig gebruik wordt gemaakt start het Netwerk Conceptueel Bouwen hiervoor een actieplan. Op haar jaarcongres, op 31 januari 2013 wordt hiermee gestart. Dit plan is opgezet met het programma De Energiesprong van Platform 31. Verder lezen

Systeemwoningen en het verleden als eigenschap

Een serie over systeemwoningen -11-

Verleden als eigenschap

Bij systeemwoningen speelt het verleden en de ontstaansgeschiedenis een evidente rol bij de waardering ervan door het brede publiek. Werden zij tijdens de oplevering bejubeld vanwege hun comfort, nu wordt er veelal denigrerend gesproken vanwege het ‘sobere’ uiterlijk. In deze tussenbeschouwing wordt getracht een verband te leggen tussen de kenmerken en mogelijke waarde-indicatoren, om zo een beter beeld van de toekomst te krijgen. De subtitel ‘verleden als eigenschap (1) tracht hiermee de essentie te duiden. In wezen moet de eigenschap opgesloten liggen in het oorspronkelijk ontwerp en moet dit voldoende aanleiding geven tot herpositionering voor de toekomst.
Circa 20 procent van de woningvoorraad uit de naoorlogse periode tot 1975 is gebouwd als een of andere vorm van systeembouw, waarbij prefabricage en projectoverstijgende oplossingen de leidraad vormden(2). In die periode hebben ze een belangrijke rol gespeeld bij de introductie van meer industriële technieken en bij de toepassing van nieuwe materialen. Al met al wist een reeks van systemen de arbeid op de bouwplaats met zo’n 70 procent te reduceren. Gezien het heersende woningtekort en de beperkte arbeidscapaciteit, heeft de systeembouw een belangrijke rol gespeeld bij de eerste grote golf van de verdergaande industrialisatie van de woningbouw. Maar het is niet alleen de bouw- en productietechniek waarin de waarde ervan schuilt. Ook de ontwikkelde plattegrond, het comfort en in veel gevallen het beeld spreken nog steeds tot de verbeelding.
In dit artikel ‘Systeemwoningen en het verleden als eigenschap’ proberen we ons te bezinnen op dit verleden, met het oog op de toekomst.

Bouwhulpgroep Systeemwoningen  Economische waarden

Verder lezen

WILMA-bouwsysteem, tunnelen als uitvoeringsmethode

Een serie over systeemwoningen -10-

Zoals zoveel bouwsystemen verwijst ook dit systeem naar de bouwer en ontwikkelaar ervan. Wilma Bouw was een bouwbedrijf, gevestigd te Weert, die vandaaruit haar activiteiten ontwikkeld heeft (1).
Het bouwsysteem ‘Wilma’ is een gietbouwmethode voor laag-, middelhoog- en hoogbouw, waarbij gebruik is gemaakt van een stalen bekisting voor de draagwanden en men zich voor de vloeren bediende van een houten bekisting met stalen onderstel. Als alternatief werden halve tunnelelementen voor wanden en vloeren als bekistingsmaterieel ingezet (2). De drager van het systeem was de bekistingsmethodiek. Met deze uitvoeringsmethode, in combinatie met standaardisatie en prefabricage, werd een reductie van zo’n 60 procent van de arbeidsuren op de bouwplaats gerealiseerd. Vanaf de introductie van het systeem in 1960 tot 1975 zijn er circa 12 duizend woningen gebouwd, voornamelijk in Noord-Brabant en Limburg.
In de loop der jaren is ongeveer 15 à 20 procent gesloopt van de galerijwoningen en is een substantieel deel van circa 30 procent in handen gekomen van eigenaar-bewoners. Nog slechts de helft is in beheer van een sociale verhuurder of belegger (3).

Bouwhulpgroep_Wilma_systeemwoning_foto_Bleijerheide_1000px

Verder lezen

VANEG, een voorloper van het prefab betoncasco

Een serie over systeemwoningen -9-

In Nederland staan circa zevenduizend woningen, die gebouwd zijn als Vaneg-systeemwoning (1). Op dit moment zijn de woningen slechts voor een deel te achterhalen en te lokaliseren. Mogelijk zijn hiervoor een tweetal redenen te noemen: de woningen zijn niet meer onder de oude naam bekend en tegelijkertijd is een substantieel deel in handen van eigenaar-bewoners. Een deel van de bouw is in het verleden ook, buiten de sociale sector om, opgedragen door beleggers (o.a. pensioenfondsen).
De naam Vaneg verwijst naar de initiatiefnemer van het bouwsysteem: Van Egteren Bouwnijverheid N.V. Nog steeds worden er in Hasselt betonelementen gemaakt (Heembeton) (2). Kenmerkend voor de Vaneg-woningen is de toepassing van grote betonnen elementen. De wanden zijn verdiepingshoog en maximaal 4,30 m1 breed en de vloeren bestaan ook uit geprefabriceerde elementen. De langsgevels zijn opgebouwd uit geprefabriceerde houten pui-elementen. Het resultaat van de gekozen bouwmethode was dat de arbeidsuren op de bouwplaats met 70 procent werden gereduceerd (3).

BouwhulpGroep_Impressie_Ontwerp_Vaneg_woningen_Ulft_1000px

BouwhulpGroep_Bestaand_Vaneg_woningen_Ulft_1000px

Verder lezen

Intervam gaat de hoogte in

een serie over systeemwoningen -8-

In de serie over systeembouw wordt deze keer nader stilgestaan bij het systeem VAM. Dit systeem werd door NV Intervam op de markt gebracht. Begonnen in 1959 tot begin 70er jaren. Hiervoor beschikte zij over fabrieken in Valkenburg (Z.H.), Hoogkerk en Utrecht. Deze laatste is de grootste waar de wanden, vloeren en galerijplaten worden geprefabriceerd. De andere twee maken de meer gespecialiseerde elementen zoals trappen, borstweringen en dakranden. De productie in Utrecht is het grootste deel van de VAM-productie. Het is dan ook niet vreemd dat we in Utrecht een grote concentratie aan Intervam flats aantreffen. Ongeveer 6.500 Intervam van de 14.000 die er gebouwd zijn staan in Utrecht. Bijvoorbeeld in Kanaleneiland waar veel middelhoge bouw staat, maar ook in Overvecht, waar de flats tot wel tien verdiepingen de hoogte in gaan. En dat voor een portiekflat.

VAM_productie

Verder lezen

BMB, industriële uitvoeringsmethode met tradtioneel beeld

Een serie over systeemwoningen -7-

In 1934, bijna tachtig jaar geleden, is de eerste woning in Engeland voorzien van een gemechaniseerde, gemetselde gevel (1). In 1949 was het een primeur in Amsterdam en vervolgens zijn er in de periode tot 1973 zo’n 30 duizend woningen geproduceerd volgens het BMB-systeem (2).
BMB (Baksteen Montage Bouw) is een industriële uitvoeringsmethodiek voor alle woninggebouwtypen (laag-, middel-, hoogbouw) (3), kantoren en scholen. Bij de montagebouwmethode worden geprefabriceerde betonnen wandelementen, van een halve of hele verdiepingshoogte, en gemetselde vloerplaten op het werk met een kraan gemonteerd. Dit alles wordt omhuld door geheel geprefabriceerde gevelelementen (halve verdiepingshoogte), samengesteld uit een spouwconstructie met betonnen binnenspouwblad en buitenspouwblad van mechanisch gemetselde baksteen. Het resultaat is een arbeidsbesparing op de bouwplaats met 65 à 70 procent. Op de bouwplaats staat ‘montage’ centraal. Bijvoorbeeld de schilder en stukadoor zijn bijna geheel geëlimineerd (circa 30 à 35 uur per woning).
Het systeem is vooral in Noord-Holland en Noord-Brabant gerealiseerd, met een grote concentratie in vijf plaatsen (4). Tevens zijn bij het merendeel van de woningen slechts drie architecten betrokken: Maaskant, Van Heelsbergen of Van Heeswijk (5).

Verder lezen

Coignet-systeem, beton als bouwmateriaal

Een serie over systeemwoningen -6-

In het bouwsysteem ‘Coignet’ zijn in de periode 1959 t/m 1975 31 duizend woningen gebouwd, vooral in Noord-Brabant, Zuid-Holland en Noord-Holland en een beetje in Utrecht (1). Dit systeem wordt gekenmerkt door een grote mate van standaardisatie, vanwege het industriële proces en tevens door de toenmalige standaardisatie van de woningplattegronden. Het beton is het basismateriaal, zowel voor de dragende wanden en vloeren, als ook in veel gevallen voor de buitengevel (standaardisatie betonelementen, al of niet grindbeton) en voor de niet-dragende binnenwanden.
Circa een kwart van de woningen bestaat uit portieketagewoningen. Medio jaren zestig en begin jaren zeventig van de vorige eeuw zijn de galerijflats en de eengezinswoningen op grote schaal op de woningmarkt verschenen. De komst van aardgas, lift en economische groei heeft dit versneld.
Verder lezen

Pronto-systeemwoning, een concept met een verhaal

Een serie over systeemwoningen -5-

Het Pronto-bouwsysteem is gedurende de periode 1955 tot eind jaren zestig van de vorige eeuw succesvol geweest door circa 18.000 woningen te bouwen. Het systeem dateert oorspronkelijk uit 1948, in 1952 was de verbeterde proefwoning gerealiseerd en in 1955 was er een omslagpunt door de opdracht voor 5.000 woningen van de vier grootste Brabantse gemeenten.
De grootte van de bouwstroom en de continue productie waren de pijlers onder de beoogde kostenverlaging en de kwaliteits- en productieverhoging, die de opkomst van de systeembouw kenmerken (1). Het lag in de geest van Van Tijen en Maaskant om in combinatie met bouwbedrijven aan de hand van standaardontwerpen een aanbod te ontwikkelen, waarbij arbeidsdeling, standaardisatie en industrialisatie de sleutelwoorden waren. Zo verkenden zij de nieuwe positie van de architect, die bij de veranderende maatschappelijke context werd gevraagd. Deze samenwerking was een noodzakelijke en wenselijke ontwikkeling, gezien de sterke toename naar goede en betaalbare woningen. Vanuit dit gedachtengoed is er door een reeks van architecten samen met bouwers gewerkt aan het nieuwe aanbod.

Verder lezen

De serie van één live

Energiekosten worden met de jaren hoger en met de verschillende subsidies wordt het extra aantrekkelijk om voor een duurzame renovatie te kiezen. Dat energiebesparing een hot item is, is wel duidelijk. Het is daarom niet verwonderlijk dat volgend jaar een start wordt gemaakt met een nieuw tv-programma. In acht afleveringen worden drie gezinnen in drie verschillende woningen gevolgd. Tijdens de afleveringen worden de huizen aangepakt die resulteren in energiezuinige woningen met een maximale besparing. Vanaf 5 januari is het programma, Klus je rijk te zien op RTL 4.

[youtube=http://youtu.be/r52FNxK-btM]

Verder lezen