Een serie over systeemwoningen -20-
Terugkeer van het verleden
In de afgelopen zestig jaar is in de woningbouw voortdurend gezocht naar meer eenheid in techniek en uitvoeringsmethode. Qua woningtypen en prestaties is de overheid veelal het structurerend element geweest door de voorschriften, wenken en normen. De woningen uit de opeenvolgende tijdsperioden lijken zowel qua beeld (architectuurtaal/mode), plattegrond (overheid en cultuur) en techniek (overheid en technologie) sterk op elkaar. Ook is altijd het streven geweest door standaardisatie van de techniek en toepassing van maatstructuur een beter kosten-kwaliteitverhouding te realiseren. De gewenste herhaling is in de loop der jaren met verschillende woorden aangeduid: systeemwoningen, keuzeplannen, voorbeeldplannen en nu concepten. In wezen is er niets nieuws onder de zon. En als we niet uitkijken, zijn we met nieuwe woorden terug bij af. Iets dat we anno 2013 niet meer willen en wat deze serie over systeemwoningen moet verduidelijken, is standaardisatie met vergaande versobering in textuur en detail en met verkleining van de woning. Want dat levert op termijn alleen maar extra armoede op.
Standaardisatie als overeenkomst
In de periode 1945-1975 zijn er circa 450 duizend systeemwoningen en 50 duizend woningen conform keuzeplannen (of de opvolger ervan) gebouwd. In totaal gaat het om ´n half miljoen woningen, waarbij de standaardisatie naast de plattegrond, die sterk maatschappelijk bepaald werd, vooral de uitvoeringsmethode of bouwtechniek betreft, met het bijbehorende beeld. En nu, in de eenentwintigste eeuw, komen bouwers met ‘eigen’ aanbod dat we aanduiden met ‘concept’, om naast standaardisatie de extra ruimte voor variatie mee aan te duiden. Eigenlijk is er niets nieuws onder de zon, want nog steeds is de techniek leidraad en niet de veranderende vraag van de klant/bewoner. Als we nu terugkijken naar de systeemwoningen, die de minste overlevingskansen hebben, dan gaat het vooral om sterk technisch georiënteerde systeembouw die nu gesloopt wordt.
In principe gaat het bij de huidige concepten om een soort ‘keuzeplannen plus’, waarbij het beeld ook nog enige variatie kent. Het Spaarhuis van Slokker uit de jaren tachtig van de vorige eeuw had al een dergelijk aanbod. Als dat het aanbod wordt, dan wordt er niet ingespeeld op de huidige vraag. Een dergelijke beperkte benadering ten aanzien van de traditionele bouw levert niets nieuws op. De ontwikkelingen en het aanbod zullen structureel anders ingevuld moeten worden. Niet de bouwer of de techniek moet de ontwikkeling sturen, maar de aanbodontwikkelaar, waarbij de bouwer de uitvoering faciliteert. De uitvoeringstechniek wordt dan ondergeschikt aan de vraag in de markt. De traditionele bouwers worden dan meer franchisehouders.
De toegevoegde kwaliteit of prestaties
Op dit moment is standaardisatie geen autonoom doel op zich, maar slechts een hulpmiddel om meer ruimte te scheppen voor het gewenste maatwerk. Uiteindelijk streven we naar de serie van één, waarbij standaardisatie en maatwerk optimaal gecombineerd worden. Dit aspect moeten we niet uit het oog verliezen. Het startpunt is dan ook niet de techniek of bouwer, maar de vraag met de bijbehorende prestatie. En dan is de prijsklasse een van de eigenschappen. Meer niet.
Bronnen/toelichting
(1) ‘Woningbouw, inspiratie&ambities’, Noud de Vreeze, Amsterdam, 1993
In de periode 1960-1970 werden circa 40 duizend woningen gebouwd volgens het systeem ‘keuzeplannen’. Deze plannen werden door een commissie van deskundigen geselecteerd, beoordeel en gepubliceerd. Initiatiefnemers konden op basis van die publicatie een keuze maken. En vervolgens konden ze direct daarna beschikken over uitgewerkte bestekken en tekeningen. De ervaringen die in de loop der tijd werden opgedaan, werden tussentijds verwerkt. Een aantal architecten was hierbij nauw betrokken met eigen keuzeplannen:
– Dekker, Hazerswoude : 2.371
– Nelissen, Oudenbosch : 2.086
– Wissing, Barendrecht : 1.841
– Martini, Groningen : 1.457
– Dienst VHV, Rotterdam : 2.592
TOTAAL: 10.347 (circa 25%)
Ook de NWR en KIV (later onderdeel van de NCIV) hebben keuzeplannen opgesteld, al dan niet in combinatie met architectenbureaus.
In de jaren zeventig deden de zogenaamde OC-flats hun intrede, die op grote schaal in diverse gemeenten werden gebouwd (duizenden)
(2) ‘Van systeemwoning naar concept, een ogenschijnlijke herhaling’, Martin Liebregts en Yuri van Bergen, Kennisbank Bestaandewoningbouw.nl, 7 juli 2011
(3) ‘Een concept is een verhaal, meer niet’, Martin Liebregts, Kennisbank Bestaandewoningbouw.nl, 13 december 2012